Episodes

Episode 1

In episode 1 maak je kennis met de interne specialismen. Deze episode bestaat uit het introductieblok (CKO1v) van vier weken, de stage interne Geneeskunde ('coschap') van acht weken en een nablok (CKO1n) van 1 week.

Algemene informatie
In CKO1v bereid je je voor op het zelfstandig gaan uitvoeren van patiëntencontacten en daarmee op het creëren van leermomenten voor jezelf. Hiervoor zijn de vaardigheden van het afnemen van een anamnese en het uitvoeren van een algemeen lichamelijk onderzoek de basis. Voor de klinische praktijk is daarnaast het klinisch redeneren essentieel (Wat heeft de patiënt? Wat moeten we doen?) en wordt aan de hand van zogenaamde patiëntenroutes in het voorblok hier veel aandacht aan besteed.

In CKO1v zijn er een aantal toetsmomenten gepland. Deze toetsen zijn formatief en de resultaten dien je te gebruiken om je persoonlijk ontwikkelplan aan te passen. De toetsmomenten zijn:

  • Een video-opname van een anamnesegesprek met een simulatiepatiënt. Je dient deze opname aan de hand van een checklist te analyseren. In het coschap maak je ook weer een opname waaraan je je progressie kunt afmeten;
  • Tonen van correcte uitvoering van twee aspecten van het lichamelijk onderzoek aan de tutor tijdens de 'toetsmiddag’;
  • De proeftoets Farmacotherapie;
  • Een digitale toets in de laatste week die je een blik gunt op je klinische vaardigheden. Als je deze op de campus maakt, dien je een koptelefoon mee te nemen.

In CKO1v ben je gekoppeld aan een tutor die betrokken zal zijn bij de patiëntenroutes en practica. Dit geldt enkel voor episode 1; in de andere episoden word je niet gekoppeld aan een tutor. Aan het eind van CKO1v zijn individuele gesprekken gepland met de tutor. Tijdens dit gesprek zal de tutor feedback geven op je functioneren tijdens het blok. Tevens zal de EPA worden ondertekend die je toegang geeft tot het coschap. Er worden geen cijfers meer gegeven: je portfolio is het bewijs van je groei naar het ‘arts-zijn’. Je dient in CKO1v ook al eens gebruik te maken van je digitaal portfolio door een KPB in te laten vullen (en uiteraard daarbij om feedback te vragen). Meer informatie over het digitaal portfolio vind je hier.

Per ziekenhuis is er een andere indeling qua specialismen. Voor meer informatie over jouw ziekenhuis klik hier. Tijdens je coschap zul je een aantal opdrachten moeten maken in het kader van het nablok; deze opdrachten zijn te vinden op Brightspace. Kijk hier op tijd naar!

EPA 3.4 – Geven van informatie over gezonde leefstijl en preventie van ziekten
Tijdens episode 1 is het de bedoeling om de EPA 3.4 te beheersen op niveau 1. Dit betekent dat je het samen met je supervisor uit moet kunnen voeren. Het is misschien lastig te bedenken wanneer je een kpb kan vragen met betrekking tot dit onderwerp. Je kunt bijvoorbeeld ook met de diabetesverpleegkundige meelopen. Zij doen vaak al veel met betrekking tot leefstijl. Denk vooral niet te moeilijk! Enkele voorbeelden waar je kpbs over kan vragen:

  • Een COPD patiënt die het advies krijgt om te stoppen met roken omdat zijn longfunctie steeds verder achteruit gaat.
  • Een patiënt met een hypercholesterolemie die wordt geadviseerd om wat gewicht te verliezen.
  • Een diabetespatiënt die zijn of haar eetpatroon moet aanpassen om de bloedglucose stabieler te krijgen.
  • Een patiënt met galstenen die wordt geadviseerd om minder vet te eten.
  • Looptraining bij claudicatio intermittens.
  • Voedingsadviezen bij patiënten met refluxklachten.
  • Vezelrijk eten en veel bewegen bij obstipatie.

Tips/zaken ter weet

  • Op de poli: als je geen patiënten ingeroosterd hebt voor een dag(deel) kun je langs de SEH lopen. Informeer hen dat je coassistent interne bent en graag een interne patiënt wilt statussen als dat mogelijk is. Het is handig om je seinnummer achter te laten.
  • Infuus prikken is geen verplichte te behalen vaardigheid voor het coschap Interne Geneeskunde. Het is leuk en leerzaam als je dit tijdens het interne coschap geregeld kunt krijgen, maar als het er niet van komt is dit geen probleem! Op sommige locaties wordt het voor je geregeld. Bij andere coschappen, zoals heelkunde en gynaecologie, krijg je vaak nog voldoende kans om een infuus te prikken.
  • De dagen bij interne Geneeskunde zijn lang. Dit geldt in bijna alle ziekenhuizen.

Wat heb je nodig?

  • Stethoscoop
  • Veneuze boog
  • ECG liniaal (deze kun je gratis aanvragen via: cardiology-nl@servier.com)
  • IMS zakboekje

Smartphrase

Deze smartphrases zijn slechts handvatten. De Ko-Raad is niet aansprakelijk voor het gebruik van deze voorbeelden. Pas op met het gebruik van de vooraf ingevulde velden om foute documentatie te voorkomen. Mocht je tips of toevoegingen hebben, neem dan contact met ons op via: koraad.rha@radboudumc.nl.

Reden van komst:
Voorgeschiedenis:

Anamnese (SCEGS+WWKKVV)
Sociaal: Familie:
Actuele medicatie:
Allergieën: geen bekend
Intoxicaties: alcohol, roken, drugs

Tractusanamnese
Alg: vermoeid-/+, afgevallen-/+, slaapt goed-/+,, geen nachtzweten-/+, koorts -/+,  jeuk -/+
Circulatoir: POB-/+, dyspnoe d’effort-/+, orthopneu-/+, palpitaties-/+, nycturie-/+, geen claudicatio-/+, oedeem-/+,
Respiratoir: hoesten-/+, aspect slijm, hemoptoë-/+, kortademigheid-/+, pijn bij de ademhaling-/+, piepen-/+, heesheid-/+
Digestivus: slikklachten-/+, zuurbranden-/+, globusgevoel-/+, braken-/+, misselijkheid-/+, maagpijn-/+,  opgeblazen gevoel-/+, buikpijn-/+,  bloed of slijm bij ontlasting-/+,  obstipatie-/+, defecatie: weinig ontlasting, normale consistentie, regelmatige ontlasting
Urogenitaal: strangurie -/+, hematurie -/+, incontinentie -/+, SOA risico -/+, veranderde afscheiding -/+, postmenopauzaal bloedverlies -/+
Centraal zenuwstelsel: geheugenstoornis-/+,  concentratiestoornissen-/+, insulten-/+, bewustzijnsverlies-/+, gevoelsstoornissen-/+, krachtsverlies-/+, hoofdpijn-/+, evenwichtsstoornissen-/+, goede visus en gehoor
Endocrinologie: overmatig dorst/plassen-/+, warmte/koude intolerantie-/+, overmatig transpireren-/+, stemmingsstoornissen-/+, verandering beharingspatroon-/+, stemveranderingen -/+
Locomotorius: pijn in spieren of gewrichten-/+, roodheid/zwelling/warmte van gewrichten-/+, overbelasting-/+,  rugpijn-/+

Lichamelijk onderzoek
Helder, adequate, niet kortademige en niet zieke man/vrouw. ACIDO-, T normaal
RR …. mmHg linkerarm , ….. mmHg rechterarm, liggend/zittend
Gewicht:
Lengte:
BMI:
In ore: gesaneerd gebit, uvula in midline, geen blaren of wondjes, geen glossitis, geen cheilosis
Hoofd/hals: verzorgd uiterlijk, PEARL, ogen geen afwijkingen, oren geen bijzonderheden, normale stand neusseptum, geen kloppijn sinussen, geen pathologische lymfeklieren palpabel in het hoofd-halsgebied
Circ: S1S2, geen souffle, P.. bpm, equaal, regulair
Pulm: symmetrische thoraxexcursies, VAG zonder bijgeluiden, normale verschuifbaarheid longgrenzen
Abd: geen littekens, geen hematomen, geen vaattekening, geen huiduitslag, soepele buik, levendige peristaltiek, wisselende tympanie, geen drukpijn, geen loslaatpijn, geen tekenen van ascites, lever en milt niet palpabel, geen massa’s palpabel
Extremiteiten: soepele kuiten, geen oedeem, pulsaties palpabel (a. brachalis, a. radialis, a. iliaca, a. poplitea, a. dorsalis pedis)

Aanvullend onderzoek:
Conclusie: …...-jarige man/vrouw met in de relevante voorgeschiedenis o.a. bekend met ..., presenteert zich nu op de polikliniek/opgenomen met:
1.
2. Etc.

Beleid

Download Smartphrase

Hulpmiddelen en websites

Episode 2

Episode 2 bestaat uit twee verschillende coschappen, namelijk neurologie en psychiatrie. Deze episode bestaat uit een voorbok (CKO2v) van drie weken, vier weken het neurologie coschap, vier weken het psychiatrie coschap en een nablok (CKO2n) van één week.

Algemene informatie
Tijdens deze coschappen zul je met de neurologie en psychiatrie kennis maken. Dit zijn twee hele verschillende coschappen. Tijdens Neurologie zul je soms de mogelijkheid hebben om mee te kijken met de neurochirurgie op OK (mits deze afdeling aanwezig is in jouw ziekenhuis). Daarnaast kun je je eigen patiënten op de poli zien, waarbij je goed de anamnese en het neurologisch onderzoek kunt oefenen.  Probeer ook naar de SEH te gaan, om de acute ziektebeelden ook te vangen.

Bij het coschap psychiatrie zijn de plekken erg verschillend waar je terecht kunt komen. Over het algemeen zul je op een gesloten afdeling wat heftigere psychiatrie tegenkomen dan op een poli in het ziekenhuis. Neem zo veel mogelijk initiatief om gesprekken te voeren met patiënten. Vraag of je de intakegesprekken mag voeren. Op deze manier kun je het beste het psychiatrisch onderzoek oefenen.

Wat heb heb je nodig?

  • Reflexhamer
  • Stemvork 128 Hz
  • Ooglampje
  • Stethoscoop
  • Zakkaartjes neurologie (zie esculaap)
  • Zakkaartjes psychiatrie (zie esculaap)
  • Leids kaartjepsychiatrie

Tips/zaken ter weet
Doe bij iedere patiënt het volledige neurologische onderzoek om voor jezelf goed te oefenen. Probeer hier je eigen systematiek in te vinden en denk erover na hoe je de patiënt zo min mogelijk van houding hoeft te laten wisselen. Begin bijvoorbeeld staand en vervolg je onderzoek dan zittend.

Mocht je niet aan je psychiatrische onderzoek toekomen, ga tijdens intakes erbij zitten en vraag aan je supervisor of je het psychiatrisch onderzoek mag uitschrijven om het zo alsnog te oefenen!

Neem bij psychiatrie niet klakkeloos de Smartphrase over, daag jezelf uit door het beschrijvend te noteren in het dossier om meer feeling te krijgen voor het psychiatrisch onderzoek.

Bij veel afdelingen binnen de psychiatrie wordt er gebruikt gemaakt van een pieper in geval van nood. Neem deze altijd mee wanneer je de afdeling op gaat! Ook al moet je maar heel snel iets pakken.

Wanneer je coschap loopt bij een GGZ instelling binnen de psychiatrie heb je pas recht op de vergoeding als je langer dan twee maanden coschappen loopt op die afdeling.

Smartphrases neurologie

Deze smartphrases zijn slechts handvatten. De Ko-Raad is niet aansprakelijk voor het gebruik van deze voorbeelden. Pas op met het gebruik van de vooraf ingevulde velden om foute documentatie te voorkomen. Mocht je tips of toevoegingen hebben, neem dan contact met ons op via: koraad.rha@radboudumc.nl.

Versie 1
Algemeen:
niet acuut zieke vrouw, geen duimmuisatrofie

Hersenzenuwen:
n.II: Isocorie, lichtreacties direct en indirect, ODS gezichtsveldonderzoek intact, geen neglect
n.III,IV,VI: oogbeweging intact, geen diplopie, geen nystagmus
n.V: sensibiliteit gezicht intact
n.VII: symmetrisch gelaat
n.IX,X: pharynxbogen symmetrisch
n.XI: SCM 5/5, Trapezius 5/5
n.XII: tong mediaan, geen atrofie

Coördinatie:
top-topproef en top-neusproef ongestoord, KHP ongestoord, normale koorddansersgang

Motoriek:
Barré negatief. Kracht (R/L) van m. biceps 5/5, triceps 5/5, deltoideus 5/5, pols extensie 5/5, pols flexie 5/5, vinger extensie 5/5, vingerflexie 5/5, knijpkracht 5/5, psoas 5/5, quadriceps 5/5, hamstrings 5/5, tibialis anterior 5/5 en gastrocnemius 5/5.

Sensibiliteit:
gnostische en vitale sensibiliteit ongestoord in armen en benen. Reflexen (R/L) (schaal -2 tot 2): TPR 0/0, BPR 0/0, KPR 0/0, APR 0/0, VZR beiderzijds plantair/indifferent

Loopgang:
normale loopgang, loopt in een rechte lijn, heupen staan gelijk bij lopen.

Versie 2
Hersenzenuwen:
PEARL, normale oogvolgbewegingen, geen diplopie, sensomotoriek gelaat symmetrisch intact, symmetrisch optrekkende farynxbogen, mediane tongprotrusie, symmetrisch maximale kracht van m. sternocleidomastoideus en m. trapezius.

Sensibiliteit:
armen en benen symmetrisch intact. Motoriek: globaal ongestoord. Normaal looppatroon, hakken- en tenenloop ongestoord. Trendlenburg negatief.

Reflexen:
BPR, BRR, TPR, KPR en APR symmetrisch normaal opwekbaar, VZR plantairflexie bdz.

Coördinatie:
TNP, TTP, KHP en koorddansersgang ongestoord. Diadochokinese ongestoord. Barré negatief.

Download Smartphrase

Smartphrases Psychiatrie

Deze smartphrases zijn slechts handvatten. De Ko-Raad is niet aansprakelijk voor het gebruik van deze voorbeelden. Pas op met het gebruik van de vooraf ingevulde velden om foute documentatie te voorkomen. Mocht je tips of toevoegingen hebben, neem dan contact met ons op via: koraad.rha@radboudumc.nl.

A (namnese)

B (evindingen)

Klinische gegevens/psychiatrisch onderzoek:
Het betreft een slecht / matig / goed verzorgde man / vrouw met uiterlijk wel / niet conform de kalenderleeftijd die contact maakt op vriendelijke / coöperatieve / angstige / afstandelijke wijze

Het bewustzijn is helder / suf/ slaperig /vernauwd / verhoogde waakzaamheid / derealisatie /depersonalisatie

De aandacht is wel/niet te trekken. Concentratie is goed/wisselend.

Klachten presentatie:
adequaat /zakelijk /klagend / aanklampend / onecht /overdreven / dissimulerend /bagatelliserend / afstandelijk / niet te beoordelen t.g.v. mutisme / zegt geen klachten te hebben

De oriëntatie in tijd is goed / matig / slecht, in plaats goed / matig / slecht en in persoon goed / matig / slecht

Geheugen:
lange termijn geheugen goed / matig / slecht
korte termijn geheugen goed / matig / slecht
Inprenting goed / matig / slecht
De intelligentie wordt geschat op boven / laag / gemiddeld niveau

Waarneming ongestoord / illusionaire vervalsingen / niet psychotische hallucinaties / hallucinaties van visuele en /of akoestische en /of haptische aard die vooral /uitsluitend overdag / nachts aanwezig zijn en waar betrokkene wel / niet naar handelt

Denken:
Tempo normaal / vertraagd / versneld

Beloop:
ongestoord / coherent / incoherent / verward / verbrokkeld / wijdlopig / persevererend / verhoogd associatief

Inhoud:
ongestoord / verarmd / overwaardige gedachten / waanachtige ideeën / Ongegronde ongerustheid/waangedachten m.b.t. de zelfwaardering/ Insufficiëntie gevoelens / schuldbeleving / waangedachten m.b.t. verhoogd zelfgevoel / grootheidsbetrekking ideeën / paranoïde wanen / dwanggedachten dwangmatig piekeren, overmatige en inadequate achterdocht

Uitvoerende functies:
ongestoord begrijpt vragen en opdrachten goed / niet / nauwelijks. Is verminderd instaat to logisch denken, plannen en organiseren / oordeels en kritiekstoornissensen/ benoemingsmoeilijkheden / /woordvindingsstoornissen / woordenvervorming / neologisme / concretisme / confabulaties / persoonsmiskenningen / agnosie / apraxie / afasie / alexie / echolalie / dysartritische spraak persevereren

De stemming is normofoor / dysfoor / angstig / geagiteerd / mat / gedrukt / somber / geprikkeld / /vijandig / eufoor / manisch / radeloos / verbijsterd

Het affect is voldoende modulerend / er bij passend / labiel / vervlakt / inadequaat / geremd / fobische angst voor:……………. Psychomotoriek is ongestoord / stil / teruggetrokken / versneld / ontremd / plukkerig / bewegingsstoornissen.

Vitale functies:
ongestoord / inslaapstoornis / doorslaapstoornis / morgenremming / te vroeg ontwaken /  met/zonder piekeren / dagschommelingen / eetlust verminderd / afgevallen  kg / libidoverlies / obstipatie.

Recent opgetreden veranderingen in gedrag en persoonlijkheid geen / veeleisend / veel aandachtvragen / veel geduld vragen / toename van interesseverlies / passiviteit / gewelddadigheid / verbaal en of fysiek agressief gedrag / /katatoon gedrag / decorumverlies / herhaalgedrag / persevereren / automatismen / dwanghuilen / dwanghandelingen al dan niet in relatie tot fobische angst / verhoogd brandgevaarlijk en/ of verkeersgevaarlijk gedrag.

Ziektebesef:
aanwezig/ beperkt / afwezig

Ziekte inzicht:
betrokkene is niet / slechts beperkt in staat te reflecteren over ontstaan en voortbestaan van klachten, gevoelens en gedrag.

Lijdensdruk:
gering / matig / groot.

Suïcidaliteit:
er bestaan wel / geen / doodswensen daartoe bestaan wel/geen concrete plannen. Wel / geen suïcide poging.

Paraklinische gegevens (MRI Laboratorium)

C (onclusie)

D (rugs)

Download Smartphrase

Episode 3

Episode 3 bestaat uit drie weken CKO3v, acht weken coschap heelkunde en één week CKO3n. Hierin zul je kennis maken met de algemene pijlers van de heelkunde, waarbij je moet denken aan de abdominale chirurgie, traumachirurgie, vaatchirurgie, kinderchirurgie en oncologische chirurgie. Daarnaast zijn er ook nog andere snijdende specialismen waar je een aantal weken kan worden ingedeeld, zoals de orthopedie, urologie, plastische chirurgie of cardio-thoracale chirurgie. Het is locatie-afhankelijk wat je zult zien tijdens je coschappen.

Algemene informatie
Je zult waarschijnlijk veel op de OK staan, maar ook poli’s, poliklinische OK’s en uiteraard de spoedeisende hulp komen veel aan bod. Vaak is dit het eerste coschap waar je als coassistent wat meer vrijheid krijgt om zelf je dag in te vullen. Het is fijn om dit in goed overleg met jouw mede-coassistenten op de afdeling te doen, zo hoef je elkaar niet in de weg te lopen.

Wat je waarschijnlijk dan ook snel zult merken, is dat je profijt zult hebben van een proactieve houding. Omdat je in sommige ziekenhuizen niet ingedeeld staat bij patiënten, zul je vaak actief moeten vragen of je zelf patiënten op de poli of tijdens de visite mag zien.

Gang van zaken op de OK
Ook op OK is het aan te bevelen om zoveel mogelijk te vragen of je steriel mag staan, alleen al omdat je dan beter het operatiegebied kan zien. Dit laatste overleg je met de operateur en de operatieassistent. Als je steriel mag staan, zorgen de OK-assistenten dat er een steriele jas en handschoenen voor jou komen. Als het niet mogelijk is om steriel te staan, omdat er bijvoorbeeld gewoonweg geen ruimte is, vraag dan waar je het beste kunt gaan staan en laat zien dat je wel geïnteresseerd bent. Dit is leerzaam en het wordt erg gewaardeerd. Wanneer je niet steriel kan staan, kan je wel andere handelingen uitvoeren, zoals de katheter inbrengen of desinfecteren.

Aan het einde van de operatie kan je vragen of je mag hechten. Wanneer de OK-planning uitloopt, kan het zijn dat ze liever de chirurg of AIOS laten hechten. Probeer dan wel mee te kijken, zodat je er nog wat van opsteekt.

Over het algemeen wordt het zeer op prijs gesteld dat je blijft tot de operatie afgelopen is en dat je meehelpt de patiënt over te plaatsen op een bed en naar de verkoeverkamer te rijden. De eerste keer op OK kan behoorlijk spannend zijn. Er zijn veel nieuwe indrukken en veel nieuwe zaken om rekening mee te houden als coassistent, bijvoorbeeld steriel te werk gaan. Geef vooral op je eerste dag aan dat je nieuw bent. Vaak kunnen de OK-assistenten of A(N)IOSSEN je dan goed begeleiden.

Vaak krijg je in het ziekenhuis nog opnieuw een wasinstructie en/of voorlichting over de praktische gang van zaken, bijvoorbeeld de regels voor OK-kleding. Afhankelijk van operatie of deelspecialisme gelden er andere kledingvoorschriften. Zo moet je bij de orthopedie vaak een dubbel haarmasker dragen, vanwege OK’s met prothesen waar extra aandacht voor de steriliteit gewenst is. Mogelijk kan het hierbij voorkomen dat je minder vaak steriel mag staan vanwege de voorzichtigheid.

Wat heb je nodig?

  • Stethoscoop
  • Lampje
  • Reflexhamer
  • Klompen: in elk OK-complex zijn gastklompen in verschillende maten aanwezig, waar je uiteraard gebruik van kan maken. Je kunt overwegen zelf klompen aan te schaffen wanneer je dit fijn vindt; na dit coschap kan je ze namelijk nog gebruiken bij het coschap gynaecologie en SEH;
  • Eventueel zakkaartje betreffend specialisme.

Tips/zaken ter weet

  • Als iets op de OK onduidelijk is of je twijfelt of je nog steriel bent of niet, vraag het dan! Liever wat voorzichtiger en een keer een extra vraag stellen dan er achteraf achter komen dat je per ongeluk iets verkeerd gedaan hebt. Goede communicatie is op een OK van groot belang en wordt zeer gewaardeerd!
  • Stel je bij elke OK voor en schrijf waar mogelijk jouw naam en functie op een whiteboard. Eventueel kan je hier ook je handschoenmaat achter zetten.
  • Als je tussen operaties in het OK-complex wilt verlaten, moet je je omkleden. Als je voor maximaal vijftien minuten weggaat, kan je echter ook een daarvoor bestemde jas over je OK-kleding doen. Deze kan je vinden in de kleedkamers.
  • Vraag bij dit coschap ook of je een keer met de anesthesie mee kunt lopen. Dit komt namelijk elders in de coschappen niet veel meer aan bod.
  • Opmerking: In sommige ziekenhuizen wordt verwacht van de coassistenten dat zij de enkel-arm-indexen meten. Hier is een speciale pieper voor. Zorg dat je een schema maakt zodat je deze pieper elke dag kan verdelen.
  • Belangrijk: Omdat je tijdens dit coschap veel met naalden en andere scherpe instrumenten zult werken, kan het onverhoopt voorkomen dat er een prik- of spataccident optreedt. Indien dit gebeurt of je twijfelt of er sprake was van risicovol contact, wacht dan niet en spreek direct jouw supervisor op de OK of de OK-assistent aan. Voor meer informatie hierover klik hier.

Hulpmiddelen
Omdat de verschillende deelspecialismen zo verschillend zijn, valt hier niet te werken met één smartphrase. Kijk binnen je eigen specialisme goed naar andere notities of vraag collega’s welke structuur er gewenst wordt aan te houden. In het voorblok wordt er aandacht besteed aan hecht vaardigheden. Wanneer je dit thuis wilt oefenen, kan je via de MFVN een hechtsetje kopen.

Handige websites
Speciaal voor chirurgie zijn er een aantal zeer handige websites die je kunt gebruiken m.b.t. anatomie, operatie verslagen en ziektebeelden. Ideaal voor de voorbereiding van een operatie.

Episode 4

Het coschap kindergeneeskunde duurt 4 weken. Met 3 weken voorblok en 1 week nablok. Op je coschaplocatie zul je afwisselend meelopen op de afdeling, poli en SEH. Op de poli kun je zelf nieuwe patiënten zien en op de afdeling kun je meedoen met de visite. Ook kan je patiënten zelfstandig zien op de SEH. De pathologie is breed, van simpele allergieën tot metabole aandoeningen, neurologie etc.

Algemene informatie
Afhankelijk van je coschap locatie begin je op de afdeling of poli. Vaak is het ook mogelijk om diensten mee te doen op de SEH. Zowel op de poli als op de SEH kan je zelfstandig patiënten zien. Bij visite op de kinderafdeling/neonatologie of verloskamers is het zeker leerzaam om vooral te oefenen met het optillen en onderzoeken van baby’s zodat je hier wat handiger mee wordt. Op de poli kan je vooral werken een je statusvoering, DD en lichamelijk onderzoek. Ook zul je vaak een hetero-anamnese moeten voeren met de ouders.

Wat heb je nodig?

  • Stethoscoop
  • Lampje
  • Reflexhamer
  • Notitieboekje
  • Speeltje/knuffeltje in je zak om kindjes mee af te leiden (optioneel)
  • Zakkaartje kindergeneeskunde (zie onder)

Tips/zaken ter weet

  • In verband met voedingstijden en verzorging is het hier nog meer van belang om goed met de verpleging te overleggen, bijvoorbeeld over wanneer je een kind gaat onderzoeken.
  • Als ouders op bezoek zijn, gaat het onderzoek vaak beter. Kleine speeltjes (doe ze in je witte jas) kunnen je ook helpen. Soms geldt trouwens dat je niet met je witte jas in de speelkamer mag komen!
  • De Nederlandse Vereniging voor kindergeneeskunde (NVK) heeft veel handige richtlijnen en werkboeken online staan, super handig om je poli / visite voor te bereiden!
  • Bij het lichamelijk onderzoek van de neonaat: laat het uitkleden door moeder/vader doen, dit is makkelijker en zo is de baby meer op zijn of haar gemak.
  • Bij het lichamelijk onderzoek van peuter/kleuter: doe dit voor zover het kan op schoot bij moeder of vader.
  • Onderzoek eerst minst onaangename zaken en begin met ausculteren. Als het kind hierna gaat huilen, hoor je anders niets meer!
  • Algemeen bij ausculatatie kan het leerzaam zijn om eens mee te luisteren via een kinder stethoscoop, hiermee kun je zeker bij jonge kinderen vaak beter dingen herkennen.
  • Hulpmiddelen
  • Zakkaartjes: Download hier je zakkaartje

Anamnese visite kraamafdeling

Deze amamneses zijn slechts handvatten. De Ko-Raad is niet aansprakelijk voor het gebruik van deze voorbeelden. Pas op met het gebruik van de vooraf ingevulde velden om foute documentatie te voorkomen. Mocht je tips of toevoegingen hebben, neem dan contact met ons op via: koraad.rha@radboudumc.nl.

RvO/
Algemeen:
Cardiorespiratoir:
Infectieus:
Intake:
Output: mictie …, def …
Metabool:
CZS:
Gewicht: … g (-…%)
Sociaal:

Anamnese pasgeborene
Moeder, mevrouw [naam], geboren [datum], was gravida …, para … . Bloedgroep … . In de graviditeit was er sprake van … (bijv. ongecompliceerd beloop). Bij een termijn van … weken werd middels een vaginale partus ZOON/DOCHTER … geboren. Hij/Zij had een goede start met een Apgar score van …, … en … na respectievelijk 1, 5 en 10 minuten. Het geboortegewicht was … gram (p…). Navelstreng gas is niet bepaald.

Lichamelijk onderzoek pasgeborene (uitgebreid)
Lengte …cm, schedelomtrek …cm (…SD). Niet zieke, roze neonaat. Geen dysmorfieën. Fontanel à niveau. Palatum gesloten. Goede zuigreflex. Claviculae palpatoir intact. CR < 2 sec. Cor: S1, S2, geen souffle. Pulmones: symmetrisch ademgeruis zonder bijgeluiden.

Abdomen
Normale peristaltiek, soepel, geen palpabele weerstanden, navelstreng 3 vaten. Geen hepatosplenomegalie. Aa. Femoralis: beiderzijds palpabel. perforatus. Extremiteiten: 4×5 digiti. Wervelkolom palpatoir recht en gesloten. Oriënterend neurologisch: Alert en reactief. Normotoon. Moro symmetrisch, adequate grijpreflexen. Gewicht bij ontslag: … gram, -…% ten opzichte van geboortegewicht.

Lichamelijk onderzoek pasgeborene (kort)
Niet zieke, roze neonaat. Fontanel à niveau. CR<3 sec. Cor: S1S2, geen souffle. Pulmones: geen tachydyspnoe, symmetrisch ademgeruis, geen bijgeluiden. Abdomen: normale peristaltiek, soepel, geen palpabele weerstanden. Geen organomegalie. Aa. Femoralis: bdz palpabel. Normotoon. Evt. Testis bdz ingedaald.

Lichamelijk onderzoek kind
Alert. Geen dysmorfieën. Huid: geen neurocutane afwijkingen. KNO-gebied: ASD normaal trommelvlies, geen afwijkingen, normale orofarynx, geen cervicale lnn palpabel. Cor: S1S2, geen souffles. Pulmones: geen tachydyspnoe, symmetrisch normaal ademgeruis, geen bijgeluiden. Abdomen: normale peristaltiek, wisselende tympanie, soepel, niet drukpijnlijk, geen organomegalie. Rechte rug, extremiteiten geen afwijkingen, geen contracturen. Normotoon, normaal bewegingspatroon, normale reflexen.

Download Anamnese

Handige websites

Episode 5

Tijdens dit coschap begin je eerst 4 weken bij de gynaecologie hierna zul je twee weken diensten meedraaien op de SEH. Bij de gynaecologie kijk je mee bij bevallingen, zie je patiënten op de poli en loop je mee op de afdeling. Op de SEH zie je zelf patiënten en zul je veel zelfstandig werken en overleggen met de SEH arts en andere disciplines..

Algemene informatie
Het voorblok van CKO5 bestaat uit twee delen: CKO5a-voor (gynaecologie) en CKO5b-voor (Spoedeisende Hulp). Beide voorblokken duren één week. Eerst heb je het coschap gynaecologie voordat je met CKO5b-voor begint. Het kan ook voorkomen dat je na je voorblok SEH nog een week terug gaat naar je coschap gynaecologie, dit hangt af van de verdeling binnen de cogroep.

Het voorblok CKO5 lijkt kort, zeker als je het vergelijkt met het voorblok van kindergeneeskunde. Besef wel dat er in de bachelor een heel blok over gynaecologie gaat, terwijl de kindergeneeskunde minder aan de orde komt in de bachelor. Zorg dat je goed voorbereid bent voor je voorblok en probeer actief mee te doen. Meestal komt het tijdens de coschappen vanzelf goed.

Tips / zaken ter weet

  • Vraag na een bevalling of jij het kindje alvast mag nakijken, zo kun je het lichamelijk onderzoek weer eens oefenen!
  • Dit is een van de eerste coschappen waarin je ook avond- en nachtdiensten zult lopen. Dit is erg leerzaam en heel anders dan een coschap overdag.
  • Zorg goed voor jezelf! Zorg ervoor dat je genoeg (gezond!) te eten meeneemt voor in de nacht en overdag voldoende slaapt.
  • Ga je net de nacht in? De eerste nacht is altijd het zwaarst! Probeer dan wat langer uit te slapen en eventueel na het eten nog even naar bed te gaan voordat je dienst begint.

Hulpmiddelen

  • Zakkaartjes: Download via Yesculaap  je zakkaartje SEH en gynaecologie en verloskunde.

Anamnese

Deze amamneses zijn slechts handvatten. De Ko-Raad is niet aansprakelijk voor het gebruik van deze voorbeelden. Pas op met het gebruik van de vooraf ingevulde velden om foute documentatie te voorkomen. Mocht je tips of toevoegingen hebben, neem dan contact met ons op via: koraad.rha@radboudumc.nl.

RvK:

Algemene VG: algemene gezondheid, nu of ooit onder behandeling van een specialist, medicatie (intoleranties), intoxicaties, allergie, chronische ziekten, operaties, deelname aan BVO (colon, borst, cervix)?

Gyn VG: graviditeit, pariteit, bevallingen, complicaties, gyn. Ingrepen, maligniteiten, SOA, negatieve seksuele ervaringen Familieanamnese: endometriose, myomen, kanker genitalia, borstkanker (BRCA1/2), darmkanker (HNPCC), trombose Anticonceptie: nu en eerder gebruikte AC-methoden (OAC, spiraaltje, hormoonpreparaten), problemen daarmee, onbedoelde zwangerschappen, risicofactoren (VTE i.p.v. LE, stollings- afwijkingen)

Cyclus: duur, regelmaat, anders dan voorheen, wanneer was de laatste menstruatie (lm), intermenstrueel bl.v. (spotting, contactbloedingen), interne ziekten van invloed op cyclus (DM, thyroïd)

Menstruaties: menarche/menopauze, duur menses, hoeveelheid bl.v., dysmenorroe, ernst, PMS-klachten Fluor: aspect, kleur, geur, jeuk, hoeveelheid, relatie met de cyclus, SOA (mictieklachten, koorts, andere contacten ook klachten, onbeschermde seks)

Zwangerschapswens: mogelijk zwanger nu?, duur, verloop coïtus (intravaginale ejaculaties), coïtusfrequentie, timing rondom ovulatie, correcte interpretatie ovulatie

Dyspareunie: diep/opp, altijd/situationeel, uitlokkende factor Incontinentie: waar, wanneer, provocerende factoren (HNP), hoeveelheid, aandrang, frequentie dag/nacht, sociale eect en gedrag

Mictie/defecatie: frequentie, dys- en polyurie, residugevoel, balgevoel, bekkenbodemfysio gehad, stress-/urge-incontinentie, soiling

Climacterium: opvliegers, nachtzweten, laatste menstruatie (vaststellen menopauze), urogenitale klachten, genomen maatregelen (incl. homeopathie), HRT

Lichamelijk onderzoek
Inspectie gen. ext: : beharingspatroon, buik, littekens, liezen, symmetrie labia majora en minora, vestibulum: clitoris, preputium, urethra, introïtus, anus
Aanvullend onderzoek:
Conclusie:

Status SEH
RvK/
VG/
A/
Tractus Alg/
Resp/
Circ/
Dig/
Uro/
Familieanamnese/
Huidige medicatie/
Allergieën/
Laatste voedselinname:

LO/ Helder, alerte, niet acuut zieke man/vrouw
A: luchtweg vrij
B: niet kortademig, normale huidkleur, AHFreq XX/min, spreekt >10 woorden per zin, sat
XX%, bdz VAG zonder bijgeluiden
C: BD XX/XXmmHg, hfXXbpm, S1S2, geen souffles, capp refill < 3sec
D: EMV max, glucose 0.0, Temp 36.5, PEARRL
Abdomen: geen zichtbare afwijkingen, levendige peristaltiek, wisselende tympani, Traube helder, geen druk- en loslaatpijn
Top-teen/Second survey: soepele kuiten, geen enkeloedeem, geen lymfeklieren palpabel

AO/

Conclusie/
Een … jarige man/vrouw in de VG bekend met … presenteert zich op de SEH in verband met …

Beleid/  

Download Anamnese

Handige websites

Episode 6

Algemene informatie
Het voorblok van episode zes bestaat uit twee verschillende onderdelen: twee weken dermatologie en twee weken KNO.

Bij zowel KNO als dermatologie gaat het om concrete, visuele vakken: veel diagnoses worden à vue gesteld. Het zijn ook vakken waar het gehele traject van diagnose tot behandeling in “één hand” blijft. Bij deze disciplines is er sprake van een hoge turn-over van patiënten: door korte consulten worden dagelijks veel patiënten gezien. Dat vereist een strakke organisatie en snelle beslissingen.

Omdat het coschap oogheelkunde niet meer standaard in de master is opgenomen, wordt één week onderwijs gegeven voor voldoende kennis als basisarts. Wel kun je voor oogheelkunde kiezen tijdens je verdiepingsstage. Dit is met name zinvol voor toekomstige huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde, maar uiteraard ook voor studenten die een opleiding tot oogarts na willen streven.

Let op! CKO6-voor wordt afgesloten met een toets. Deze bestaat uit 30 meerkeuzevragen (tien vragen per discipline). Indien je deze met een onvoldoende afrondt zul je deze na je coschap opnieuw moeten maken.

Dermatologie
Het coschap dermatologie zul je grotendeels doorbrengen op de poli. Probeer hier zo veel mogelijk (nieuwe) patiënten zelf te zien. Afhankelijk van je stageplek kun je daarnaast ook kennis maken met de (P)OK, lichttherapieën, spoedpoli’s of consulten. Aangezien het een relatief kort coschap is, zul je lang niet alles tegenkomen. Maak je hier geen zorgen over, aangezien je waarschijnlijk tijdens je coschap huisartsgeneeskunde ook te maken zult krijgen met dermatologische problemen.

Tips/zaken ter weet

  • Oefen de beschrijving van laesies volgens PROVOKE.
  • Maak zo veel mogelijk gebruik van de dermatoscoop.
  • Ken de verschillende behandelvormen van eczeem en psoriasis.
  • Ken de risicofactoren van de verschillende soorten huidkanker en weet hoe je ze kunt herkennen.

Wat heb je nodig?

  • Aantekeningenboekje;
  • Meetlint/liniaal voor het meten van de grootte van laesies;
  • Lampje (indien dermatoscoop niet binnen handbereik ligt).

Hulpmiddelen

 Handige websites

KNO
Tijdens het coschap KNO zul je ook grotendeels op de poli te vinden zijn. Daarnaast is het leerzaam om mee te kijken op de (P)OK. Wees je ervan bewust dat je vaak op OK niet veel kunt doen aangezien het een erg specialistisch vak is in een klein operatiegebied. Op de poli kun je echter veel oefenen met het KNO-onderzoek. Probeer ook hier zo veel mogelijk (nieuwe) patiënten zelf te zien.

Tips/zaken ter weet

  • Ken de anatomie van het KNO-gebied zodat je symptomen en ziektebeelden kunt verklaren.
  • Oefen zo veel mogelijk met de otoscoop, het neusspeculum en de tongspatel.
  • Leer jezelf aan of dat je eerst in het linker-/ of rechteroor kijkt (handig voor de statusvoering).

Wat heb je nodig?

  • Aantekeningenboekje;
  • Lampje;
  • 512 Hz stemvork (ligt meestal ook op de poli kamers).

Hulpmiddelen

Handige websites

Episode 7

Episode 7 bestaat uit 3 verschillende coschappen, namelijk ouderengeneeskunde, huisartsengeneeskunde en het verdiepingscoschap. Voor deze coschappen is er een algemeen voorblok van 3 weken, waarin vooral de huisartsengeneeskunde en ouderengeneeskunde worden belicht. Het nablok bestaat uit 2 weken. Het voorblok van episode 7 wordt momenteel herzien waarna een nieuwe versie van het voorblok in zal gaan.

Let op! Op de eerste dinsdag van CKO7 voor vindt ook de farmacotherapie eindtoets plaats! Deze is verplicht om te halen. Meer informatie hierover vind je hier.

Coschap ouderengeneeskunde
Het coschap ouderengeneeskunde duurt vier weken. Je kunt worden ingedeeld op de afdeling geriatrie in een algemeen, psychiatrisch of academisch ziekenhuis (50%), hetzij in een verpleeghuis (andere 50% van de coassistenten). Beide plekken bieden veel mogelijkheden om kennis te maken met de ouderengeneeskunde. De geriater is betrokken is het ziekenhuis, de specialist ouderengeneeskunde veelal in het verpleeghuis.

Wat heb je nodig?

  • Stethoscoop
  • Reflexhamer
  • Lampje
  • Notitieboekje

Tips/zaken ter weet
Afhankelijk van je coschap zul je veel te maken krijgen met multidisciplinaire zorg. Kijk eens of het lukt om met een (para)medici mee te lopen om een indruk te krijgen van de zorg rondom de oudere patiënt.

Binnen de ouderen geneeskunde wordt veelal gebruik gemaakt van het SAMPC-model. Binnen de geriatrie wordt met name volgens het CHA (comprehensive geriatric assessment) het 4 assen model gebruikt met de somatische, sociale, psychologische en functionele as. Dit komt beiden in het voorblok aan bod. Probeer hiermee te oefenen tijdens je coschap. Tijdens dit coschap zul je bij de oudere patiënten te maken krijgen met polyfarmacie. Nu je de farmacotherapie eindtoets achter de rug hebt is het zeker leerzaam om eens per medicijn te kijken wat de indicaties zijn en of dit nog relevant is voor de patiënt.

Hulpmiddelen

Handige websites

Coschap huisartsengeneeskunde
Het coschap huisartsgeneeskunde duurt acht weken, hierin zul je volledig zelfstandig consulten voeren, inclusief beleid. Je zult patiënten uit alle leeftijdsgroepen ontmoeten, patiënten met kleine en grote problemen, problemen op alle mogelijke medische vakgebieden. Je leert wat de huisarts zelf kan behandelen, en wat verwezen dient te worden. Je leert samenwerken met collega’s in de praktijk, maar ook met assistentes en ander ondersteunend personeel in de huisartspraktijk. Daarnaast heeft de huisarts contacten met specialisten in ziekenhuizen, maar ook met allerlei andere eerstelijns disciplines, zoals wijkverpleging, maatschappelijk werk, apotheek en fysiotherapie. Tijdens het coschap Huisartsgeneeskunde zijn er drie halve terugkomdagen waarin je reflecteert op je ervaringen in de praktijk (in week 3, week 4/5 en in week 7).

Het nadeel van dit coschap is dat je mogelijk ver weg naar een plek moet die ook slecht te bereiken is. Soms is het zelfs zo dat de locatie niet met het OV op tijd te bereiken is en heb je een auto nodig. Denk bij het verdelen dus goed na hoe je er wil komen of dat je misschien kan carpoolen met iemand uit de buurt.

Wat heb je nodig?

  • Stethoscoop
  • Lampje
  • Reflexhamer
  • Notitieboekje

Tips/zaken ter weet
Voor aanvang van het coschap is het van belang om je leerbrief op te stellen om jezelf voor te stellen en om je leerdoelen kenbaar te maken bij de huisarts. De leerbrief is een verplicht onderdeel van CKO7 voor en zal je naar de postbus CHUI moeten sturen. Zij zullen de leerbrief vervolgens versturen naar de huisarts. Daarnaast is het van belang om ook van tevoren al contact op te nemen voor het inplannen van het introductiegesprek, dit gesprek kan van tevoren plaatsvinden, maar ook in de eerste week van je coschap.

De huisarts doet ook visites, indien je met de auto naar je coschap gaat kan je ook zelfstandig visites gaan doen. Dat is erg leuk en leerzaam! Kijk ook eens mee bij de praktijkondersteuners (POH’s). Vaak werken er meerdere POH’s in de praktijk. Je hebt grofweg twee soorten POH’s: somatiek en GGZ.

Je draagt je eigen kleren in de praktijk. Denk dus na over wat je aantrekt, het liefst geen lange mouwen of anders mouwen die je kan opstropen. Haren moeten wel vast.

Geef bij de assistentes aan wat je leuk vindt om te zien en doen qua ingangsklachten. Zij zorgen er dan voor dat zij die patiënten bij jou inplannen! Loop een dienst mee op de huisartsenpost! Hier zie je weer een andere kant van het huisartsenvak en kan je ook veel zelf doen! De chauffeursdienst is het leukst, dan rijd je in een ambulanceauto naar de patiënten toe. Als je geluk hebt komt er misschien zelfs een U1 melding en gaan de sirenes aan.

Tips om je benodigde EPA's te behalen in je coschap ouderengeneeskunde/huisartsengeneeskunde, gezien dit soms lastig kan zijn om te behalen in je verdiepingscoschap.

Hulpmiddelen

Tips/zaken ter weet

Coschap verdieping
In het coschap verdieping van vier weken wordt kennis gemaakt met disciplines die nog niet eerder tijdens de reguliere coschappen aan bod zijn geweest.  Het is een zeer breed en divers coschap waarbij studenten worden uitgedaagd niet alleen iets te leren over het betreffende vakgebied waarin ze stagelopen, maar ook overkoepelend naar de gezondheidszorg kijken. Betrokken disciplines zijn onder andere bedrijfsgeneeskunde, donorgeneeskunde, klinische genetica, verzekeringsgeneeskunde, jeugdgezondheidszorg, algemene gezondheidszorg (GGD), verslavingsgeneeskunde, sportgeneeskunde, microbiologie en infectiepreventie, pathologie, radiologie, radiotherapie, anesthesiologie, oogheelkunde, revalidatiegeneeskunde, bestuur en beleid, RIVM en AVG.
Sinds maart 2023 is er een leefstijlzorgloket gestart in het Radboudumc waar coassistenten ook gedurende 2 weken coschap kunnen lopen in combinatie met een coschap elders. Het is momenteel nog in een pilotfase en er worden nu met name cardiologie en MDL patiënten gezien.


Zaken ter weet
Voor bijna alle disciplines staat een mapje op brightspace met informatie, danwel voorbereiding voor het coschap. We raden je aan dit even door te nemen voordat je aan je coschap begint. In week 3 vindt er een terugkommiddag plaats, houdt rekening ermee dat je een presentatie moet maken van tevoren.

Episode 8

Episode 8 is de episode van het seniorcoschap. Dit coschap duurt in totaal twaalf weken en kan gelopen worden bij verschillende (sub-)disciplines van het Radboudumc en de geaffilieerde klinieken. Op de Brightspace-pagina ‘senior- en keuzecoschappen’ kan je een overzicht vinden van alle stageplaatsen, inclusief e-mailadressen van de contactpersonen. Hier is ook meer informatie te vinden over het seniorcoschap in het algemeen. Het aanbod aan stageplaatsen (type specialisme, stage-instelling) dat beschikbaar is, verschilt per periode en/of per cogroep.

Anderhalve week voor de start van CKO7v krijgt de cogroep via de mail de lijst met beschikbare plekken. Meer informatie over de verdeling van de senior coschappen vind je hier. De verdeellijst moet op de eerste dinsdag van CKO7v ingeleverd worden bij de Postbus indeling coassistenten Radboudumc Health Academy: indelingco-assistenten.rha@radboudumc.nl. Vaak wordt dit tijdig gecommuniceerd en verloopt de communicatie zonder problemen.

Episode 9

Episode 9 omvat de onderzoeksstage bestaande uit een onderwijsblok CKO9 en de daadwerkelijke onderzoeksstage. Je kunt zelf kiezen of je deze stage aan het eind van je studie of voorafgaande aan de start van je coschappen volbrengt. In beide gevallen heb je eerst een goedgekeurd stageproject nodig voor je kunt starten met CKO9v. Het stagevoorstel en je daadwerkelijke werkplan zal tijdens het onderwijs in CKO9 verder uitgewerkt worden.

Op de brightspace pagina 'Informatie over Episode Wetenschappelijke Stage' kan je meer informatie vinden.

Aanmelding
De commissie Onderzoeksstage moet je stageproject goedgekeurd hebben voor je aan het onderwijs van CKO9 en de stage daarna mag beginnen. Het is dus de bedoeling dat je eerst een stage zoekt en je daarna aanmeldt. Op de MFVN-site staat een forum met vacatures en ook op de site van het Radboud kan je verschillende vacatures vinden: https://healthacademy-web.radboudumc.nl/vacatureladder/ Het is natuurlijk ook mogelijk zelf een stage te regelen. Als je een stage geregeld hebt, moet je van zowel de dagelijkse supervisor als de supervisor vanuit het Radboud akkoord krijgen. Vervolgens meld je je via 'Osiris Case; aan voor een stage, waarbij je een kort overzicht van één à twee A4’tjes aanlevert over het project dat je gaat doen (‘het stagevoorstel’), met daarin:

  • Achtergrond van het onderzoek;
  • De onderzoeksvraag;
  • Het design;
  • De rationale;
  • Een gedetailleerd werkplan met tijdpad, haalbaarheid en literatuur.

Meld je op tijd aan! Het aanmeldingsformulier en projectvoorstel moeten uiterlijk op de eerste dag van de periode voorafgaand aan de periode waarin je CKO9 wilt volgen, te worden ingeleverd. Het voorstel moet goedgekeurgd worden door de COMOS (COMmissie OnderzoeksStage). Zie ook het overzicht startdata CKO9 en aanmelddeadlines (https://brightspace.ru.nl/d2l/le/content/158414/viewContent/1344339/View).
CKO9 Afhankelijk van de goedkeuring van je stagevoorstel word je ingedeeld voor CKO9 (de goedkeuring door de Commissie Onderzoeksstage moet minimaal 1 week voorafgaand aan het voorblok binnen zijn). Tijdens deze twee weken onderwijs zal je je verdiepen in de vraagstelling, de methodologie en de statistiek betreffende jouw eigen onderzoek. Het resultaat is een uitgewerkt stageplan, dat beoordeeld zal worden door de Commissie Onderzoeksstage. CKO9 wordt elke periode in week drie en vier aangeboden. Kijk op de brighspace pagina voor meer informatie hierover.

Stage
Hoewel de stage altijd na CKO9v komt, hoeft deze niet precies op het voorblok aan te sluiten. Een 'voldoende' voor CKO9v is verplicht om met de stage te kunnen starten. Een onderzoeksstage binnen het Radboudumc moet worden begeleid door een gepromoveerde medewerker van de faculteit der medische wetenschappen. In de dagelijkse praktijk zullen ook niet-gepromoveerde medewerkers als begeleider bij onderzoeksstages betrokken kunnen zijn. In die gevallen zal echter een gepromoveerde medewerker formeel de supervisie moeten hebben over het betreffende project en er eindverantwoordelijkheid voor dragen.

Een onderzoeksstage buiten het Radboudumc is uiteraard ook mogelijk, zelfs een stage in het buitenland. Hiervoor gelden alleen wel andere regels. Voor meer informatie gebruik je de link onderaan deze pagina.

Iedere onderzoeksstage wordt afgerond met een artikel. Op de brightspace pagina van CKO9 kan je meer informatie vinden over de inhoud en vorm van dit artikel.Dit (concept)artikel is van onderdeel van een groter geheel en vaak zijn er meerdere auteurs. Om er zeker van te zijn dat je bijdrage groot genoeg is, wordt als eis gesteld dat je eerste of tweede  auteur van het (concept)artikel bent. Het artikel moet de voor onderzoeksartikelen gebruikelijke indeling volgen. De omvang bedraagt maximaal circa 3.000 woorden of zoveel als het beoogde tijdschrift maximaal voorschrijft. Het aantal woorden moet vermeld worden op de titelpagina. Daarnaasst moet je in een apart document een beschrijving van het werkproces tijdens je stage geven. Dat wil zeggen: een beschrijving van de onderzoeksactiviteiten die je zelf hebt uitgevoerd. Zowel het procesdocument als het conceptartikel (inclusief voorafgaand een inhoudsopgave) moet je als één document uploaden

Beoordeling
Zorg ervoor dat je de rapportage zo snel mogelijk na afronding van de stage uploadt in je Studenten Webdossier. Doe dit uiterlijk vier weken na beëindiging van de stage.

Vervolgens wordt je stage door je begeleider en je eindverantwoordelijk Radboudumc-begeleider (als je begeleider op de werkplek niet eindverantwoordelijk is) op dezelfde manier elektronisch beoordeeld volgens het hiervoor genoemde 1ste beoordelingsprotocol. Je begeleiders worden er automatisch op geattendeerd dat zij de stage moeten beoordelen.

Na uploaden van het stageverslag en de beoordeling van de begeleider, wijst de Commissie Onderzoeksstage een tweede beoordelaar aan. Deze beoordeelt uitsluitend het stageverslag en doet dat via een ander beoordelingsprotocol. Houd er met het oog op een eventueel gewenste afstudeerdatum rekening mee dat het stageverslag minimaal zes weken vóór de gewenste afstudeerdatum via je Studenten Webdossier is geüpload!



Onderzoeksverslag
Het onderzoeksverslag moet aan de volgende eisen voldoen:

  • Volledige titelpagina:
    - Titel
    - Auteur
    - Begeleider(s)
    - Afdeling
    - Stageperiode
    - Datum van het verslag
    - Aantal woorden
  • Gestructureerde samenvatting van maximaal 1 pagina met daarin:
    - Het doel
    - De methode
    - De resultaten
    - De discussie
    - Inhoudsopgave met paginanummering.
  • Overzichtelijke indeling. Bijvoorbeeld:
    - Achtergrond
    - Vraagstelling
    - Methode
    - Resultaten
    - Discussie
  • De tekst moet tien tot vijftien pagina's (maximaal tot circa 5000 woorden) lang zijn.
  • Tabellen en figuren zijn voorzien van een nummer en titel.
  • Voetnoten en literatuurverwijzingen 'lege artis': zie het Episodeboek (21) voor een uitgebreidere beschrijving.

(Concept)artikel
Als je kiest voor een (concept)artikel maakt je bijdrage meestal deel uit van een groter geheel en zijn er vaak meerdere auteurs. Om er zeker van te zijn dat je bijdrage groot genoeg is, wordt als eis gesteld dat je eerste of tweede  auteur van het (concept)artikel bent. Het artikel moet de voor onderzoeksartikelen gebruikelijke indeling volgen. De omvang bedraagt maximaal circa 3.000 woorden of zoveel als het beoogde tijdschrift maximaal voorschrijft. Het aantal woorden moet vermeld worden op de titelpagina.

Als je voor een (concept) artikel kiest, moet je ook in een apart document een beschrijving van het werkproces tijdens je stage geven. Dat wil zeggen: een beschrijving van de onderzoeksactiviteiten die je zelf hebt uitgevoerd. Zowel het procesdocument als het conceptartikel (inclusief voorafgaand een inhoudsopgave) moet je als één document uploaden.

Tip: Onderzoeksstages kun je bijvoorbeeld vinden op het Studentenprikbord via Webdossier. Daarnaast staat het een student uiteraard ook vrij om zelf contact op te nemen met een discipline of afdeling om te vragen of er plek is voor een onderzoeksstudent.

Veel gebruikte bronnen zijn:

  • 'Handleiding medisch-wetenschappelijk onderzoek' (zesde herziene druk of een latere druk). Auteurs: Zielhuis, Heydendael, Maltha en Van Riel. Uitgegeven door Elsevier Gezondheidszorg (eventueel te koop via de MFVN-boekenaanschaf).
  • 'Publiceren in biomedische tijdschriften. Een praktische handleiding' (1999). Auteurs: Overbeke, Van Gijn, Hart en Walvoort. Uitgegeven door Bohn, Stafleu en Van Loghum.
  • ‘Het schrijven van een medisch-wetenschappelijk artikel’ (NTvG). Auteurs: H.C. Walvoort, C.J.E. Kaandorp, H. Veeken, F.W.A. Verheugt, J. Van Gijn. Tip: je krijgt korting op dit boek als abonnee van het NTvG. https://www.ntvg.nl/voorabonnees

Wanneer je de stage voorafgaand aan de coschappen wil lopen, moet je wel voldoen aan eenaantal eisen:

  • Je hebt voldaan aan de ingangseisen van de master;
  • Je bent ingedeeld voor CAIM of aangemeld voor de verdeling;
  • En je hebt zoveel wachttijd dat de onderzoeksstage én de voorbereiding daarop (CKO9) erin passen.

Voorvragen over de mogelijkheden van een onderzoeksstage buiten de faculteit of in het buitenland, en tevens over vrijstelling, prijzen, beurzen en financiële steun verwijzen wij naar de website van het Radboudumc.

Keuzecoschap

Keuzecoschap
De vrije keuze coassistentschappen geven de jede kans om ervaring op te doen binnen specialismen/vakgebieden waarvoor veel interesse bestaat of die in de opleiding minder aan bod zijn gekomen. Je bent vrij om dit in te delen zoals je wilt. Er zijn hiervoor drie periodes van vier weken gereserveerd. Je kan kiezen voor:
drie verschillende stages van vier weken
één stage van 12 weken
één van vier weken en één van acht weken

De keuzecoschappen kunnen aansluitend aan de onderzoeksstage worden gepland of meteen na het seniorcoschap. Eén keuzecoschap vóór de onderzoekstage en twee erna is bijvoorbeeld ook mogelijk. Op de brightspace pagina 'Informatie over senior- en keuzecoschappen' kan je meer informatie vinden. Zo staat hier een lijst met plaatsen waar andere coassistenten een keuzecoschap gevolgd hebben. Je bent vrij contact op te nemen met deze, of andere, instellingen. Dit mogen zowel intra- als extramurale instellingen zijn of bijvoorbeeld een bestuurskundig coschap bij de Raad van Bestuur of het RIVM. Wees creatief en voel je vrij een andere kant van de gezondheidszorg te ontdekken tijdens dit coschap; daar is het voor bedoeld!

Uiterlijk 6 weken voor aanvang van het coschap dien je jouw aanvraag aan bij het StiP. Als jouw stageplek in het document met goedgekeurdeplaatsen staat, moet er eerst een gesprek met een stagecoördinator van het RadboudUMC aan voorafgaan. Onder het kopje 'algemeen' op de Brightspace pagina kan je deze gegevens vinden.

Aanvragen plek:
Neem contact op met de opleider van het coschap op locatie van voorkeur
Schrijf per e-mail een sollicitatiebrief met motivatie, leerdoelen en stageperiode.
Na goedkeuring opleider vul je het formulier EP10_Aanvraag_plaatsing_CKEU in.

Bij je aanvraag lever je in PDF-format de volgende bestanden in:
Sollicitatiebrief en mail waarin opleider (in tekst) toestemmingsverklaring afgeeft
Het ingevulde formulier EP10_Aanvraag_plaatsing_CKEU

‍Als je bij een huisarts of bestuurkundige instelling een coschap wilt lopen, moet je extra zaken regelen. Dit kan je op de brighspace pagina terugvinden.

Tijdens het coschap
Bij aanvang van het coschap bespreek je je leerdoelen en overleg je wie jouw beoordelaar/opleider wordt. Vereisten tijdens dit coschap zijn:
Minimaal 3 keer per 4 weken beoordeeld worden middels directe observatie en hier feedback over krijgen.
Per 4 weken 25 KPB's over thema's die voor jou belangrijk zijn. Je mag hier creatief mee omgaan, je hoeft geen verplichte EPA's te behalen. Probeer zoveel mogelijk niveau 3C te scoren.

Tropencoschap
Het 'tropencoschap' duurt drie maanden en vervangt het keuze coschap. Dit coschap wordt ook wel ‘Rotation Healthcare in Low Income Countries’ (RHCLIC) genoemd. Gedurende het coschap kom je in aanmerking met de gezondheidszorg in derdewereldlanden. Als bijna afgestudeerd arts biedt het de kans om zelfstandig te werken in een andere setting dan je gewend bent. Je komt terecht in een andere sociale context, waar andere problemen en gewoonten zijn met betrekking tot gezondheid en ziekte. Je maakt dit mee binnen een gezondheidssysteem met beperkte technische mogelijkheden. Zonder twijfel zal deze confrontatie je een diepere reflectie bieden op je functioneren als beginnend arts en de plaats van gezondheidszorg binnen gezondheid en ziekte. Dit coschap is voor generaties Nijmeegse coassistenten een unieke ervaring geweest. Op de website van het Radboudumc staat meer informatie omtrent het coschap RHCLIC. Klik hier voor deze informatie.

Het NIIH (Nijmegen Institute for International Health) is verantwoordelijk voor het coschap RHCLIC. Vanuit het NIIH worden de stageplaatsen, voorbereiding en begeleiding georganiseerd. Voorafgaand aan het vertrek is er een intensieve voorbereidingsperiode, de Tropico-avonden. Deze bestaat uit medisch inhoudelijk onderwijs, maar ook uit het regelen van visa, taalcursus, aanvragen van een beurs etc. Dit vraagt natuurlijk veel eigen inzet en initiatief van de studenten.

Over het algemeen streeft het NIIH naar stageplaatsen voor een derde van alle master Geneeskunde studenten. Soms zijn er meer aanmeldingen dan stageplaatsen en zal de verdeling middels een loting plaatsvinden. Vier keer per jaar vindt er een loting/indeling plaats voor de stageplaatsen van het coschap RHCLIC.

Let op! Je moet minimaal bij vijf Tropico-avonden aanwezig zijn voordat je mag deelnemen aan de loting. De avond van de loting zelf telt hierin niet mee.

Tip! Studenten die deelnemen aan de Minor Principles and Practice of Infectious Diseases (MINK16) en deze met goed gevolg hebben doorlopen, krijgen voorrang bij de plaatsing voor een coschap RHCLIC! Deze voorkeursplek zal echter na die van de Tropico-bestuursleden zijn.


Voor meer informatie over het tropencoschap, kun je hier terecht op de site van stichting Tropico. Zij regelen de loting voor het ontwikkelings-coschap.

Episode 9

In episode 1 maak je kennis met de interne specialismen. Deze episode bestaat uit het introductieblok CKO1v van vier weken, de stage interne Geneeskunde ('coschap') van acht weken en een nablok CKO1n van 1 week.

Algemene informatie
In CKO1v bereid je je voor op het zelfstandig gaan uitvoeren van patiëntencontacten en daarmee op het creëren van leermomenten voor jezelf. Hiervoor zijn de vaardigheden van het afnemen van een anamnese en het uitvoeren van een algemeen lichamelijk onderzoek de basis. Voor de klinische praktijk is daarnaast het klinisch redeneren essentieel (Wat heeft de patiënt? Wat moeten we doen?) en wordt aan de hand van zogenaamde patiëntenroutes in het voorblok hier veel aandacht aan besteed.

In CKO1v is een aantal toetsmomenten gepland. Deze toetsen zijn formatief en de resultaten dien je te gebruiken om je persoonlijk ontwikkelplan aan te passen. De toetsmomenten zijn:

  • Een video-opname van een anamnesegesprek met een simulatiepatiënt. Je dient deze opname aan de hand van een checklist te analyseren. In het coschap maak je ook weer een opname waaraan je je progressie kunt afmeten;
  • Tonen van correcte uitvoering van twee aspecten van het lichamelijk onderzoek aan de tutor tijdens de 'toetsmiddag’;
  • De proeftoets Farmacotherapie;
  • Een digitale toets in de laatste week die je een blik gunt op je klinische vaardigheden. Hiervoor dien je een koptelefoon mee te nemen naar de toets.

In CKO1v ben je gekoppeld aan een tutor die betrokken zal zijn bij de patiëntenroutes en practica. Dit geldt enkel voor episode 1; in de andere episoden word je niet gekoppeld aan een tutor. Aan het eind van CKO1v zijn individuele gesprekken gepland met de tutor. Tijdens dit gesprek zal de tutor feedback geven op je functioneren tijdens het blok. Tevens zal de EPA worden ondertekend die je toegang geeft tot het coschap. Er worden geen cijfers meer gegeven: je portfolio is het bewijs van je groei naar het ‘arts-zijn’. Je dient in CKO1v ook al eens gebruik te maken van je digitaal portfolio door een KPB in te laten vullen (en uiteraard daarbij om feedback te vragen). Meer informatie over het digitaal portfolio vind je hier.

Per ziekenhuis is er een andere indeling qua specialismen. Voor meer informatie over jouw ziekenhuis klik hier. Tijdens je coschap zul je een aantal opdrachten moeten maken in het kader van het nablok; welke opdrachten dit betreft, is te vinden op Brightspace. Kijk hier op tijd naar!

Tips/ zaken ter weet:

  • Op de poli: als je geen patiënten ingeroosterd hebt voor een dag(deel) kun je langs de SEH lopen. Informeer hen dat je coassistent interne bent en graag een interne patiënt wilt statussen als dat mogelijk is. Het is handig om je seinnummer achter te laten.
  • Infuus prikken is geen verplichte te behalen vaardigheid voor het coschap Interne Geneeskunde. Het is leuk en leerzaam als je dit tijdens het interne coschap geregeld kunt krijgen, maar als het er niet van komt is dit geen probleem! Op sommige locaties wordt het voor je geregeld. Bij andere coschappen, zoals heelkunde en gynaecologie, krijg je vaak nog voldoende kans om een infuus te prikken.
  • De dagen bij interne Geneeskunde zijn lang. Dit geldt in bijna alle ziekenhuizen.

Wat heb je nodig?

  • Stethoscoop
  • Veneuze boog
  • ECG liniaal (deze kun je gratis aanvragen via: cardiology-nl@servier.com)
  • IMS zakboekje

Smartphrase

Deze smartphrases zijn slechts handvatten. De Ko-Raad is niet aansprakelijk voor het gebruik van deze voorbeelden. Pas op met het gebruik van de vooraf ingevulde velden om foute documentatie te voorkomen. Mocht je tips of toevoegingen hebben, neem dan contact met ons op via: koraad.rha@radboudumc.nl.

Reden van komst:
Voorgeschiedenis:

Anamnese (SCEGS+WWKKVV)
Sociaal: Familie:
Actuele medicatie:
Allergieën: geen bekend
Intoxicaties: alcohol, roken, drugs

Tractusanamnese
Alg: vermoeid-/+, afgevallen-/+, slaapt goed-/+,, geen nachtzweten-/+, koorts -/+,  jeuk -/+, Circulatoir: POB-/+, dyspnoe d’effort-/+, orthopneu-/+, palpitaties-/+, nycturie-/+, geen claudicatio-/+, oedeem-/+,
Respiratoir: hoesten-/+, aspect slijm, hemoptoë-/+, kortademigheid-/+, pijn bij de ademhaling-/+, piepen-/+, heesheid-/+
Digestivus: slikklachten-/+, zuurbranden-/+, globusgevoel-/+, braken-/+, misselijkheid-/+, maagpijn-/+,  opgeblazen gevoel-/+, buikpijn-/+,  bloed of slijm bij ontlasting-/+,  obstipatie-/+, defecatie: weinig ontlasting, normale consistentie, regelmatige ontlasting
Urogenitaal: pijn bij plassen-/+,
Mictie: meerdere keren per dag,  hematurie-/+, incontinentie-/+, SOA risico
Centraal zenuwstelsel: geheugenstoornis-/+,  concentratiestoornissen-/+, insulten-/+, bewustzijnsverlies-/+, gevoelsstoornissen-/+, krachtsverlies-/+, hoofdpijn-/+, evenwichtsstoornissen-/+, goede visus en gehoor
Endocrinologie: overmatig dorst/plassen-/+, warmte/koude intolerantie-/+, overmatig transpireren-/+, stemmingsstoornissen-/+, verandering beharingspatroon-/+, stemveranderingen -/+
Locomotorius: pijn in spieren of gewrichten-/+, roodheid/zwelling/warmte van gewrichten-/+, overbelasting-/+,  rugpijn-/+

Lichamelijk onderzoek
Helder, adequate, niet kortademige en niet zieke man/vrouw. ACIDO-, T normaal
BP: …. mmHg linkerarm , ….. mmHg rechterarm, liggend/zittend
Gewicht:
Lengte:
BMI:
In ore: gesaneerd gebit, uvula in midline, geen blaren of wondjes, geen glossitis, geen cheilosis
Hoofd/hals: verzorgd uiterlijk, , PEARL, ogen geen afwijkingen, oren geen bijzonderheden, normale stand neusseptum, geen kloppijn sinussen, geen lymfeklieren palpabel in het hoofd-halsgebied
Circ: S1S2, geen souffle, P.. bpm, equaal, regulair
Resp: symmetrische thoraxexcursies, VAG zonder bijgeluiden, normale verschuifbaarheid longgrenzen
Abd: geen littekens, geen hematomen, geen vaattekening, geen huiduitslag, soepele buik, levendige peristaltiek, wisselende tympanie, geen drukpijn, geen loslaatpijn, geen tekenen van ascites, lever en milt niet palpabel, geen massa’s palpabel
Extremiteiten: soepele kuiten, geen oedeem, pulsaties palpabel (a. brachalis, a. radialis, a. iliaca, a. poplitea, a. dorsalis pedis)

Aanvullend onderzoek:
Conclusie: …...-jarige man/vrouw met in de VG, nu met: 1. 2. Etc.

Beleid

Hulpmiddelen en websites

Episode 2

Episode 2 bestaat uit twee verschillende coschappen, namelijk neurologie en psychiatrie. Deze episode bestaat uit een voorbok (CKO2v) van drie weken, vier weken het neurologie coschap, vier weken het psychiatrie coschap en een nablok (CKO2n) van één week.

Algemene informatie
Tijdens deze coschappen zul je met de neurologie en psychiatrie kennis maken. Dit zijn twee hele verschillende coschappen. Tijdens Neurologie zul je soms de mogelijkheid hebben om mee te kijken met de neurochirurgie op OK (mits deze afdeling aanwezig is in jouw ziekenhuis). Daarnaast kun je je eigen patiënten op de poli zien, waarbij je goed de anamnese en het neurologisch onderzoek kunt oefenen.  Probeer ook naar de SEH te gaan, om de acute ziektebeelden ook te vangen.

Bij het coschap psychiatrie zijn de plekken erg verschillend waar je terecht kunt komen. Over het algemeen zul je op een gesloten afdeling wat heftigere psychiatrie tegenkomen dan op een poli in het ziekenhuis. Neem zo veel mogelijk initiatief om gesprekken te voeren met patiënten. Vraag of je de intakegesprekken mag voeren. Op deze manier kun je het beste het psychiatrisch onderzoek oefenen.

Wat heb heb je nodig?

  • Reflexhamer
  • Stemvork 128 Hz
  • Ooglampje
  • Stethoscoop
  • Zakkaartjes neurologie (zie esculaap)
  • Zakkaartjes psychiatrie (zie esculaap)
  • Leids kaartjepsychiatrie

Tips/zaken ter weet
Doe bij iedere patiënt het volledige neurologische onderzoek om voor jezelf goed te oefenen. Bij veel afdelingen binnen de psychiatrie wordt er gebruikt gemaakt van een pieper in geval van nood. Neem deze altijd mee wanneer je de afdeling op gaat! Ook al moet je maar heel snel iets pakken.

Wanneer je coschap loopt bij een GGZ instelling binnen de psychiatrie heb je geen recht op de 100 euro onkostenvergoeding.

Smartphrases neurologie

Deze smartphrases zijn slechts handvatten. De Ko-Raad is niet aansprakelijk voor het gebruik van deze voorbeelden. Pas op met het gebruik van de vooraf ingevulde velden om foute documentatie te voorkomen. Mocht je tips of toevoegingen hebben, neem dan contact met ons op via: koraad.rha@radboudumc.nl.

Versie 1
Algemeen:
niet acuut zieke vrouw, geen duimmuisatrofie

Hersenzenuwen:
n.II: Isocorie, lichtreacties direct en indirect, ODS gezichtsveldonderzoek intact, geen neglect
n.III,IV,VI: oogbeweging intact, geen diplopie, geen nystagmus
n.V: sensibiliteit gezicht intact
n.VII: symmetrisch gelaat
n.IX,X: pharynxbogen symmetrisch
n.XI: SCM 5/5, Trapezius 5/5
n.XII: tong mediaan, geen atrofie

Coördinatie:
top-topproef en top-neusproef ongestoord, KHP ongestoord, normale koorddansersgang

Motoriek:
Barré negatief. Kracht (R/L) van m. biceps 5/5, triceps 5/5, deltoideus 5/5, pols extensie 5/5, pols flexie 5/5, vinger extensie 5/5, vingerflexie 5/5, knijpkracht 5/5, psoas 5/5, quadriceps 5/5, hamstrings 5/5, tibialis anterior 5/5 en gastrocnemius 5/5.

Sensibiliteit:
gnostische en vitale sensibiliteit ongestoord in armen en benen. Reflexen (R/L) (schaal -2 tot 2): TPR 0/0, BPR 0/0, KPR 0/0, APR 0/0, VZR beiderzijds plantair/indifferent

Loopgang:
normale loopgang, loopt in een rechte lijn, heupen staan gelijk bij lopen.

Versie 2
Hersenzenuwen:
PEARL, normale oogvolgbewegingen, geen diplopie, sensomotoriek gelaat symmetrisch intact, symmetrisch optrekkende farynxbogen, mediane tongprotrusie, symmetrisch maximale kracht van m. sternocleidomastoideus en m. trapezius.

Sensibiliteit:
armen en benen symmetrisch intact. Motoriek: globaal ongestoord. Normaal looppatroon, hakken- en tenenloop ongestoord. Trendlenburg negatief.

Reflexen:
BPR, BRR, TPR, KPR en APR symmetrisch normaal opwekbaar, VZR plantairflexie bdz.

Coördinatie:
TNP, TTP, KHP en koorddansersgang ongestoord. Diadochokinese ongestoord. Barré negatief.

Smartphrases Psychiatrie

Deze smartphrases zijn slechts handvatten. De Ko-Raad is niet aansprakelijk voor het gebruik van deze voorbeelden. Pas op met het gebruik van de vooraf ingevulde velden om foute documentatie te voorkomen. Mocht je tips of toevoegingen hebben, neem dan contact met ons op via: koraad.rha@radboudumc.nl.

A (namnese)

B (evindingen)

Klinische gegevens/psychiatrisch onderzoek:
Het betreft een slecht / matig / goed verzorgde man / vrouw met uiterlijk wel / niet conform de kalenderleeftijd die contact maakt op vriendelijke / coöperatieve / angstige / afstandelijke wijze

Het bewustzijn is helder / suf/ slaperig /vernauwd / verhoogde waakzaamheid / derealisatie /depersonalisatie

De aandacht is wel/niet te trekken. Concentratie is goed/wisselend.

Klachten presentatie:
adequaat /zakelijk /klagend / aanklampend / onecht /overdreven / dissimulerend /bagatelliserend / afstandelijk / niet te beoordelen t.g.v. mutisme / zegt geen klachten te hebben

De oriëntatie in tijd is goed / matig / slecht, in plaats goed / matig / slecht en in persoon goed / matig / slecht

Geheugen:
lange termijn geheugen goed / matig / slecht
korte termijn geheugen goed / matig / slecht
Inprenting goed / matig / slecht
De intelligentie wordt geschat op boven / laag / gemiddeld niveau

Waarneming ongestoord / illusionaire vervalsingen / niet psychotische hallucinaties / hallucinaties van visuele en /of akoestische en /of haptische aard die vooral /uitsluitend overdag / nachts aanwezig zijn en waar betrokkene wel / niet naar handelt

Denken:
Tempo normaal / vertraagd / versneld

Beloop:
ongestoord / coherent / incoherent / verward / verbrokkeld / wijdlopig / persevererend / verhoogd associatief

Inhoud:
ongestoord / verarmd / overwaardige gedachten / waanachtige ideeën / Ongegronde ongerustheid/waangedachten m.b.t. de zelfwaardering/ Insufficiëntie gevoelens / schuldbeleving / waangedachten m.b.t. verhoogd zelfgevoel / grootheidsbetrekking ideeën / paranoïde wanen / dwanggedachten dwangmatig piekeren, overmatige en inadequate achterdocht

Uitvoerende functies:
ongestoord begrijpt vragen en opdrachten goed / niet / nauwelijks. Is verminderd instaat to logisch denken, plannen en organiseren / oordeels en kritiekstoornissensen/ benoemingsmoeilijkheden / /woordvindingsstoornissen / woordenvervorming / neologisme / concretisme / confabulaties / persoonsmiskenningen / agnosie / apraxie / afasie / alexie / echolalie / dysartritische spraak persevereren

De stemming is normofoor / dysfoor / angstig / geagiteerd / mat / gedrukt / somber / geprikkeld / /vijandig / eufoor / manisch / radeloos / verbijsterd

Het affect is voldoende modulerend / er bij passend / labiel / vervlakt / inadequaat / geremd / fobische angst voor:……………. Psychomotoriek is ongestoord / stil / teruggetrokken / versneld / ontremd / plukkerig / bewegingsstoornissen.

Vitale functies:
ongestoord / inslaapstoornis / doorslaapstoornis / morgenremming / te vroeg ontwaken /  met/zonder piekeren / dagschommelingen / eetlust verminderd / afgevallen  kg / libidoverlies / obstipatie.

Recent opgetreden veranderingen in gedrag en persoonlijkheid geen / veeleisend / veel aandachtvragen / veel geduld vragen / toename van interesseverlies / passiviteit / gewelddadigheid / verbaal en of fysiek agressief gedrag / /katatoon gedrag / decorumverlies / herhaalgedrag / persevereren / automatismen / dwanghuilen / dwanghandelingen al dan niet in relatie tot fobische angst / verhoogd brandgevaarlijk en/ of verkeersgevaarlijk gedrag.

Ziektebesef:
aanwezig/ beperkt / afwezig

Ziekte inzicht:
betrokkene is niet / slechts beperkt in staat te reflecteren over ontstaan en voortbestaan van klachten, gevoelens en gedrag.

Lijdensdruk:
gering / matig / groot.

Suïcidaliteit:
er bestaan wel / geen / doodswensen daartoe bestaan wel/geen concrete plannen. Wel / geen suïcide poging.

Paraklinische gegevens (MRI Laboratorium)

C (onclusie)

D (rugs)

Episode 3

Episode 3 bestaat uit drie weken CKO3v, acht weken coschap heelkunde en één week CKO3n. Hierin zul je kennis maken met de algemene pijlers van de heelkunde, waarbij je moet denken aan de abdominale chirurgie, traumachirurgie, vaatchirurgie, kinderchirurgie en oncologische chirurgie. Daarnaast zijn er ook nog andere snijdende specialismen waar je een aantal weken kan worden ingedeeld, zoals de orthopedie, urologie, plastische chirurgie of cardio-thoracale chirurgie. Het is locatie-afhankelijk wat je zult zien tijdens je coschappen.

Algemene informatie
Je zult waarschijnlijk veel op de OK staan, maar ook poli’s, poliklinische OK’s en uiteraard de spoedeisende hulp komen veel aan bod. Vaak is dit het eerste coschap waar je als coassistent wat meer vrijheid krijgt om zelf je dag in te vullen. Het is fijn om dit in goed overleg met jouw mede-coassistenten op de afdeling te doen, zo hoef je elkaar niet in de weg te lopen.

Wat je waarschijnlijk dan ook snel zult merken, is dat je profijt zult hebben van een proactieve houding. Omdat je in sommige ziekenhuizen niet ingedeeld staat bij patiënten, zul je vaak actief moeten vragen of je zelf patiënten op de poli of tijdens de visite mag zien.

Gang van zaken op de OK
Ook op OK is het aan te bevelen om zoveel mogelijk te vragen of je steriel mag staan, alleen al omdat je dan beter het operatiegebied kan zien. Dit laatste overleg je met de operateur en de operatieassistent. Als je steriel mag staan, zorgen de OK-assistenten dat er een steriele jas en handschoenen voor jou komen. Als het niet mogelijk is om steriel te staan, omdat er bijvoorbeeld gewoonweg geen ruimte is, vraag dan waar je het beste kunt gaan staan en laat zien dat je wel geïnteresseerd bent. Dit is leerzaam en het wordt erg gewaardeerd. Wanneer je niet steriel kan staan, kan je wel andere handelingen uitvoeren, zoals de katheter inbrengen of desinfecteren.

Aan het einde van de operatie kan je vragen of je mag hechten. Wanneer de OK-planning uitloopt, kan het zijn dat ze liever de chirurg of AIOS laten hechten. Probeer dan wel mee te kijken, zodat je er nog wat van opsteekt.

Over het algemeen wordt het zeer op prijs gesteld dat je blijft tot de operatie afgelopen is en dat je meehelpt de patiënt over te plaatsen op een bed en naar de verkoeverkamer te rijden. De eerste keer op OK kan behoorlijk spannend zijn. Er zijn veel nieuwe indrukken en veel nieuwe zaken om rekening mee te houden als coassistent, bijvoorbeeld steriel te werk gaan. Geef vooral op je eerste dag aan dat je nieuw bent. Vaak kunnen de OK-assistenten of A(N)IOSSEN je dan goed begeleiden.

Vaak krijg je in het ziekenhuis nog opnieuw een wasinstructie en/of voorlichting over de praktische gang van zaken, bijvoorbeeld de regels voor OK-kleding. Afhankelijk van operatie of deelspecialisme gelden er andere kledingvoorschriften. Zo moet je bij de orthopedie vaak een dubbel haarmasker dragen, vanwege OK’s met prothesen waar extra aandacht voor de steriliteit gewenst is. Mogelijk kan het hierbij voorkomen dat je minder vaak steriel mag staan vanwege de voorzichtigheid.

Wat heb je nodig?

  • Stethoscoop
  • Lampje
  • Reflexhamer
  • Klompen: in elk OK-complex zijn gastklompen in verschillende maten aanwezig, waar je uiteraard gebruik van kan maken. Je kunt overwegen zelf klompen aan te schaffen wanneer je dit fijn vindt; na dit coschap kan je ze namelijk nog gebruiken bij het coschap gynaecologie en SEH;
  • Eventueel zakkaartje betreffend specialisme.

Tips/zaken ter weet

  • Als iets op de OK onduidelijk is of je twijfelt of je nog steriel bent of niet, vraag het dan! Liever wat voorzichtiger en een keer een extra vraag stellen dan er achteraf achter komen dat je per ongeluk iets verkeerd gedaan hebt. Goede communicatie is op een OK van groot belang en wordt zeer gewaardeerd!
  • Stel je bij elke OK voor en schrijf waar mogelijk jouw naam en functie op een whiteboard. Eventueel kan je hier ook je handschoenmaat achter zetten.
  • Als je tussen operaties in het OK-complex wilt verlaten, moet je je omkleden. Als je voor maximaal vijftien minuten weggaat, kan je echter ook een daarvoor bestemde jas over je OK-kleding doen. Deze kan je vinden in de kleedkamers.
  • Vraag bij dit coschap ook of je een keer met de anesthesie mee kunt lopen. Dit komt namelijk elders in de coschappen niet veel meer aan bod.
  • Opmerking: In sommige ziekenhuizen wordt verwacht van de coassistenten dat zij de enkel-arm-indexen meten. Hier is een speciale pieper voor. Zorg dat je een schema maakt zodat je deze pieper elke dag kan verdelen.
  • Belangrijk: Omdat je tijdens dit coschap veel met naalden en andere scherpe instrumenten zult werken, kan het onverhoopt voorkomen dat er een prik- of spataccident optreedt. Indien dit gebeurt of je twijfelt of er sprake was van risicovol contact, wacht dan niet en spreek direct jouw supervisor op de OK of de OK-assistent aan. Voor meer informatie hierover klik hier.

Hulpmiddelen
Omdat de verschillende deelspecialismen zo verschillend zijn, valt hier niet te werken met één smartphrase. Kijk binnen je eigen specialisme goed naar andere notities of vraag collega’s welke structuur er gewenst wordt aan te houden. In het voorblok wordt er aandacht besteed aan hecht vaardigheden. Wanneer je dit thuis wilt oefenen, kan je via de MFVN een hechtsetje kopen.

Handige websites
Speciaal voor chirurgie zijn er een aantal zeer handige websites die je kunt gebruiken m.b.t. anatomie, operatie verslagen en ziektebeelden. Ideaal voor de voorbereiding van een operatie.

Episode 4

Het coschap kindergeneeskunde duurt 4 weken. Met 3 weken voorblok en 1 week nablok. Op je coschaplocatie zul je afwisselend meelopen op de afdeling, poli en SEH. Op de poli kun je zelf nieuwe patiënten zien en op de afdeling kun je meedoen met de visite. Ook kan je patiënten zelfstandig zien op de SEH. De pathologie is breed, van simpele allergieën tot metabole aandoeningen, neurologie etc.

Algemene informatie
Afhankelijk van je coschap locatie begin je op de afdeling of poli. Vaak is het ook mogelijk om diensten mee te doen op de SEH. Zowel op de poli als op de SEH kan je zelfstandig patiënten zien. Bij visite op de kinderafdeling/neonatologie of verloskamers is het zeker leerzaam om vooral te oefenen met het optillen en onderzoeken van baby’s zodat je hier wat handiger mee wordt. Op de poli kan je vooral werken een je statusvoering, DD en lichamelijk onderzoek. Ook zul je vaak een hetero-anamnese moeten voeren met de ouders.

Wat heb je nodig?

  • Stethoscoop
  • Lampje
  • Reflexhamer
  • Notitieboekje
  • Speeltje/knuffeltje in je zak om kindjes mee af te leiden (optioneel)
  • Zakkaartje kindergeneeskunde (zie onder)

Tips/zaken ter weet

  • In verband met voedingstijden en verzorging is het hier nog meer van belang om goed met de verpleging te overleggen, bijvoorbeeld over wanneer je een kind gaat onderzoeken.
  • Als ouders op bezoek zijn, gaat het onderzoek vaak beter. Kleine speeltjes (doe ze in je witte jas) kunnen je ook helpen. Soms geldt trouwens dat je niet met je witte jas in de speelkamer mag komen!
  • De Nederlandse Vereniging voor kindergeneeskunde (NVK) heeft veel handige richtlijnen en werkboeken online staan, super handig om je poli / visite voor te bereiden!
  • Bij het lichamelijk onderzoek van de neonaat: laat het uitkleden door moeder/vader doen, dit is makkelijker en zo is de baby meer op zijn of haar gemak.
  • Bij het lichamelijk onderzoek van peuter/kleuter: doe dit voor zover het kan op schoot bij moeder of vader.
  • Onderzoek eerst minst onaangename zaken en begin met ausculteren. Als het kind hierna gaat huilen, hoor je anders niets meer!
  • Algemeen bij ausculatatie kan het leerzaam zijn om eens mee te luisteren via een kinder stethoscoop, hiermee kun je zeker bij jonge kinderen vaak beter dingen herkennen.
  • Hulpmiddelen
  • Zakkaartjes: Download hier je zakkaartje

Anamnese visite kraamafdeling

Deze amamneses zijn slechts handvatten. De Ko-Raad is niet aansprakelijk voor het gebruik van deze voorbeelden. Pas op met het gebruik van de vooraf ingevulde velden om foute documentatie te voorkomen. Mocht je tips of toevoegingen hebben, neem dan contact met ons op via: koraad.rha@radboudumc.nl.

RvO/
Algemeen:
Cardiorespiratoir:
Infectieus:
Intake:
Output: mictie …, def …
Metabool:
CZS:
Gewicht: … g (-…%)
Sociaal:

Anamnese pasgeborene
Moeder, mevrouw [naam], geboren [datum], was gravida …, para … . Bloedgroep … . In de graviditeit was er sprake van … (bijv. ongecompliceerd beloop). Bij een termijn van … weken werd middels een vaginale partus ZOON/DOCHTER … geboren. Hij/Zij had een goede start met een Apgar score van …, … en … na respectievelijk 1, 5 en 10 minuten. Het geboortegewicht was … gram (p…). Navelstreng gas is niet bepaald.

Lichamelijk onderzoek pasgeborene (uitgebreid)
Lengte …cm, schedelomtrek …cm (…SD). Niet zieke, roze neonaat. Geen dysmorfieën. Fontanel à niveau. Palatum gesloten. Goede zuigreflex. Claviculae palpatoir intact. CR < 2 sec. Cor: S1, S2, geen souffle. Pulmones: symmetrisch ademgeruis zonder bijgeluiden.

Abdomen
Normale peristaltiek, soepel, geen palpabele weerstanden, navelstreng 3 vaten. Geen hepatosplenomegalie. Aa. Femoralis: beiderzijds palpabel. perforatus. Extremiteiten: 4×5 digiti. Wervelkolom palpatoir recht en gesloten. Oriënterend neurologisch: Alert en reactief. Normotoon. Moro symmetrisch, adequate grijpreflexen. Gewicht bij ontslag: … gram, -…% ten opzichte van geboortegewicht.

Lichamelijk onderzoek pasgeborene (kort)
Niet zieke, roze neonaat. Fontanel à niveau. CR<3 sec. Cor: S1S2, geen souffle. Pulmones: geen tachydyspnoe, symmetrisch ademgeruis, geen bijgeluiden. Abdomen: normale peristaltiek, soepel, geen palpabele weerstanden. Geen organomegalie. Aa. Femoralis: bdz palpabel. Normotoon. Evt. Testis bdz ingedaald.

Lichamelijk onderzoek kind
Alert. Geen dysmorfieën. Huid: geen neurocutane afwijkingen. KNO-gebied: ASD normaal trommelvlies, geen afwijkingen, normale orofarynx, geen cervicale lnn palpabel. Cor: S1S2, geen souffles. Pulmones: geen tachydyspnoe, symmetrisch normaal ademgeruis, geen bijgeluiden. Abdomen: normale peristaltiek, wisselende tympanie, soepel, niet drukpijnlijk, geen organomegalie. Rechte rug, extremiteiten geen afwijkingen, geen contracturen. Normotoon, normaal bewegingspatroon, normale reflexen.

Handige websites

Episode 5

Tijdens dit coschap begin je eerst 4 weken bij de gynaecologie hierna zul je twee weken diensten meedraaien op de SEH. Bij de gynaecologie kijk je mee bij bevallingen, zie je patiënten op de poli en loop je mee op de afdeling. Op de SEH zie je zelf patiënten en zul je veel zelfstandig werken en overleggen met de SEH arts en andere disciplines..

Algemene informatie
Het voorblok van CKO5 bestaat uit twee delen: CKO5a-voor (gynaecologie) en CKO5b-voor (Spoedeisende Hulp). Beide voorblokken duren één week. Eerst heb je het coschap gynaecologie voordat je met CKO5b-voor begint. Het kan ook voorkomen dat je na je voorblok SEH nog een week terug gaat naar je coschap gynaecologie, dit hangt af van de verdeling binnen de cogroep.

Het voorblok CKO5 lijkt kort, zeker als je het vergelijkt met het voorblok van kindergeneeskunde. Besef wel dat er in de bachelor een heel blok over gynaecologie gaat, terwijl de kindergeneeskunde minder aan de orde komt in de bachelor. Zorg dat je goed voorbereid bent voor je voorblok en probeer actief mee te doen. Meestal komt het tijdens de coschappen vanzelf goed.

Tips / zaken ter weet

  • Vraag na een bevalling of jij het kindje alvast mag nakijken, zo kun je het lichamelijk onderzoek weer eens oefenen!
  • Dit is een van de eerste coschappen waarin je ook avond- en nachtdiensten zult lopen. Dit is erg leerzaam en heel anders dan een coschap overdag.
  • Zorg goed voor jezelf! Zorg ervoor dat je genoeg (gezond!) te eten meeneemt voor in de nacht en overdag voldoende slaapt.
  • Ga je net de nacht in? De eerste nacht is altijd het zwaarst! Probeer dan wat langer uit te slapen en eventueel na het eten nog even naar bed te gaan voordat je dienst begint.

Hulpmiddelen

  • Zakkaartjes: Download via Yesculaap  je zakkaartje SEH en gynaecologie en verloskunde.

Anamnese

Deze amamneses zijn slechts handvatten. De Ko-Raad is niet aansprakelijk voor het gebruik van deze voorbeelden. Pas op met het gebruik van de vooraf ingevulde velden om foute documentatie te voorkomen. Mocht je tips of toevoegingen hebben, neem dan contact met ons op via: koraad.rha@radboudumc.nl.

RvK:

Algemene VG: algemene gezondheid, nu of ooit onder behandeling van een specialist, medicatie (intoleranties), intoxicaties, allergie, chronische ziekten, operaties, deelname aan BVO (colon, borst, cervix)?

Gyn VG: graviditeit, pariteit, bevallingen, complicaties, gyn. Ingrepen, maligniteiten, SOA, negatieve seksuele ervaringen Familieanamnese: endometriose, myomen, kanker genitalia, borstkanker (BRCA1/2), darmkanker (HNPCC), trombose Anticonceptie: nu en eerder gebruikte AC-methoden (OAC, spiraaltje, hormoonpreparaten), problemen daarmee, onbedoelde zwangerschappen, risicofactoren (VTE i.p.v. LE, stollings- afwijkingen)

Cyclus: duur, regelmaat, anders dan voorheen, wanneer was de laatste menstruatie (lm), intermenstrueel bl.v. (spotting, contactbloedingen), interne ziekten van invloed op cyclus (DM, thyroïd)

Menstruaties: menarche/menopauze, duur menses, hoeveelheid bl.v., dysmenorroe, ernst, PMS-klachten Fluor: aspect, kleur, geur, jeuk, hoeveelheid, relatie met de cyclus, SOA (mictieklachten, koorts, andere contacten ook klachten, onbeschermde seks)

Zwangerschapswens: mogelijk zwanger nu?, duur, verloop coïtus (intravaginale ejaculaties), coïtusfrequentie, timing rondom ovulatie, correcte interpretatie ovulatie

Dyspareunie: diep/opp, altijd/situationeel, uitlokkende factor Incontinentie: waar, wanneer, provocerende factoren (HNP), hoeveelheid, aandrang, frequentie dag/nacht, sociale eect en gedrag

Mictie/defecatie: frequentie, dys- en polyurie, residugevoel, balgevoel, bekkenbodemfysio gehad, stress-/urge-incontinentie, soiling

Climacterium: opvliegers, nachtzweten, laatste menstruatie (vaststellen menopauze), urogenitale klachten, genomen maatregelen (incl. homeopathie), HRT

Lichamelijk onderzoek
Inspectie gen. ext: : beharingspatroon, buik, littekens, liezen, symmetrie labia majora en minora, vestibulum: clitoris, preputium, urethra, introïtus, anus
Aanvullend onderzoek:
Conclusie:

Status SEH
RvK/
VG/
A/
Tractus Alg/
Resp/
Circ/
Dig/
Uro/
Familieanamnese/
Huidige medicatie/
Allergieën/
Laatste voedselinname:

LO/ Helder, alerte, niet acuut zieke man/vrouw
A: luchtweg vrij
B: niet kortademig, normale huidkleur, AHFreq XX/min, spreekt >10 woorden per zin, sat
XX%, bdz VAG zonder bijgeluiden
C: BD XX/XXmmHg, hfXXbpm, S1S2, geen souffles, capp refill < 3sec
D: EMV max, glucose 0.0, Temp 36.5, PEARRL
Abdomen: geen zichtbare afwijkingen, levendige peristaltiek, wisselende tympani, Traube helder, geen druk- en loslaatpijn
Top-teen/Second survey: soepele kuiten, geen enkeloedeem, geen lymfeklieren palpabel

AO/

Conclusie/
Een … jarige man/vrouw in de VG bekend met … presenteert zich op de SEH in verband met …

Beleid/  

Handige websites

Episode 6

Algemene informatie
Het voorblok van episode zes bestaat uit drie verschillende onderdelen: 1 week dermatologie, 1 week oogheelkunde en 1 week KNO.

Bij zowel KNO, dermatologie als oogheelkunde gaat het om concrete, visuele vakken: veel diagnoses worden à vue gesteld. Het zijn ook alle drie vakken waar het gehele traject van diagnose tot behandeling in “één hand” blijft. Bij alle drie de disciplines is sprake van een hoge turn-over van patiënten: door korte consulten worden dagelijks veel patiënten gezien. Dat vereist een strakke organisatie en snelle beslissingen.

Omdat het coschap oogheelkunde niet meer standaard in de master is opgenomen, wordt één week onderwijs gegeven voor voldoende kennis als basisarts. Wel kun je voor oogheelkunde kiezen tijdens je verdiepingsstage. Dit is met name zinvol voor toekomstige huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde, maar uiteraard ook voor studenten die een opleiding tot oogarts na willen streven.

Let op! CKO6-voor wordt afgesloten met een toets. Deze bestaat uit 30 meerkeuzevragen (tien vragen per discipline). Indien je deze met een onvoldoende afrondt zul je deze na je coschap opnieuw moeten maken.

Dermatologie
Het coschap dermatologie zul je grotendeels doorbrengen op de poli. Probeer hier zo veel mogelijk (nieuwe) patiënten zelf te zien. Afhankelijk van je stageplek kun je daarnaast ook kennis maken met de (P)OK, lichttherapieën, spoedpoli’s of consulten. Aangezien het een relatief kort coschap is, zul je lang niet alles tegenkomen. Maak je hier geen zorgen over, aangezien je waarschijnlijk tijdens je coschap huisartsgeneeskunde ook te maken zult krijgen met dermatologische problemen.

Tips/zaken ter weet

  • Oefen de beschrijving van laesies volgens PROVOKE.
  • Maak zo veel mogelijk gebruik van de dermatoscoop.
  • Ken de verschillende behandelvormen van eczeem en psoriasis.
  • Ken de risicofactoren van de verschillende soorten huidkanker en weet hoe je ze kunt herkennen.

Wat heb je nodig?

  • Aantekeningenboekje;
  • Meetlint/liniaal voor het meten van de grootte van laesies;
  • Lampje (indien dermatoscoop niet binnen handbereik ligt).

Hulpmiddelen

 Handige websites

KNO
Tijdens het coschap KNO zul je ook grotendeels op de poli te vinden zijn. Daarnaast is het leerzaam om mee te kijken op de (P)OK. Wees je ervan bewust dat je vaak op OK niet veel kunt doen aangezien het een erg specialistisch vak is in een klein operatiegebied. Op de poli kun je echter veel oefenen met het KNO-onderzoek. Probeer ook hier zo veel mogelijk (nieuwe) patiënten zelf te zien.

Tips/zaken ter weet

  • Ken de anatomie van het KNO-gebied zodat je symptomen en ziektebeelden kunt verklaren.
  • Oefen zo veel mogelijk met de otoscoop, het neusspeculum en de tongspatel.
  • Leer jezelf aan of dat je eerst in het linker-/ of rechteroor kijkt (handig voor de statusvoering).

Wat heb je nodig?

  • Aantekeningenboekje;
  • Lampje;
  • 512 Hz stemvork (ligt meestal ook op de poli kamers).

Hulpmiddelen

Handige websites

Episode 7

Episode 7 bestaat uit 3 verschillende coschappen, namelijk ouderengeneeskunde, huisartsengeneeskunde en het verdiepingscoschap. Voor deze coschappen is er een algemeen voorblok van 3 weken, waarin vooral de huisartsengeneeskunde en ouderengeneeskunde worden belicht. Het nablok bestaat uit 1 week.

Let op! In deze week vindt ook de farmacotherapie eindtoets plaats! Deze is verplicht om te halen. Meer informatie hierover vind je hier.

Coschap ouderengeneeskunde
Het coschap ouderengeneeskunde duurt vier weken. Je kunt worden ingedeeld op de afdeling geriatrie in een algemeen, psychiatrisch of academisch ziekenhuis (50%), hetzij in een verpleeghuis (andere 50% van de coassistenten). Beide plekken bieden veel mogelijkheden om kennis te maken met de ouderengeneeskunde. De geriater is betrokken is het ziekenhuis, de specialist ouderengeneeskunde veelal in het verpleeghuis.

Wat heb je nodig?

  • Stethoscoop
  • Reflexhamer
  • Lampje
  • Notitieboekje

Tips/zaken ter weet
Afhankelijk van je coschap zul je veel te maken krijgen met multidisciplinaire zorg. Kijk eens of het lukt om met een (para)medici mee te lopen om een indruk te krijgen van de zorg rondom de oudere patiënt.

Binnen de ouderen geneeskunde wordt veelal gebruik gemaakt van het SAMPC-model. Dit komt zeker ook in het voorblok aan bod. Probeer hiermee te oefenen tijdens je coschap. Tijdens dit coschap zul je bij de oudere patiënten te maken krijgen met polyfarmacie. Nu je de farmacotherapie eindtoets achter de rug hebt is het zeker leerzaam om eens per medicijn te kijken wat de indicaties zijn en of dit nog relevant is voor de patiënt.

Hulpmiddelen

Handige websites

Hulpmiddelen
Coschap huisartsgeneeskunde Het coschap huisartsgeneeskunde duurt acht weken, hierin zul je volledig zelfstandig consulten voeren, inclusief beleid. Je zult patiënten uit alle leeftijdsgroepen ontmoeten, patiënten met kleine en grote problemen, problemen op alle mogelijke medische vakgebieden. Je leert wat de huisarts zelf kan behandelen, en wat verwezen dient te worden. Je leert samenwerken met collega’s in de praktijk, maar ook met assistentes en ander ondersteunend personeel in de huisartspraktijk. Daarnaast heeft de huisarts contacten met specialisten in ziekenhuizen, maar ook met allerlei andere eerstelijns disciplines, zoals wijkverpleging, maatschappelijk werk, apotheek en fysiotherapie. Tijdens het coschap Huisartsgeneeskunde zijn er twee terugkomdagen waarin je reflecteert op je ervaringen in de praktijk (in week 2/3 en week 5/6).

Het nadeel van dit coschap is dat je mogelijk ver weg naar een plek moet die ook slecht te bereiken is. Soms is het zelfs zo dat de locatie niet met het OV op tijd te bereiken is en heb je een auto nodig. Denk bij het verdelen dus goed na hoe je er wil komen of dat je misschien kan carpoolen met iemand uit de buurt.

Wat heb je nodig?

  • Stethoscoop
  • Lampje
  • Reflexhamer
  • Notitieboekje

Tips/zaken ter weet
De huisarts doet ook visites, indien je met de auto naar je coschap gaat kan je ook zelfstandig visites gaan doen. Dat is erg leuk en leerzaam! Kijk ook eens mee bij de praktijkondersteuners (POH’s). Vaak werken er meerdere POH’s in de praktijk. Je hebt grofweg twee soorten POH’s: somatiek en GGZ.

Je draagt je eigen kleren in de praktijk. Denk dus na over wat je aantrekt, het liefst geen lange mouwen of anders mouwen die je kan opstropen. Haren moeten wel vast.

Geef bij de assistentes aan wat je leuk vindt om te zien en doen qua ingangsklachten. Zij zorgen er dan voor dat zij die patiënten bij jou inplannen! Loop een dienst mee op de huisartsenpost! Hier zie je weer een andere kant van het huisartsenvak en kan je ook veel zelf doen! De chauffeursdienst is het leukst, dan rijd je in een ambulanceauto naar de patiënten toe. Als je geluk hebt komt er misschien zelfs een U1 melding en gaan de sirenes aan.

Hulpmiddelen

Tips/zaken ter weet

Coschap verdieping
In het coschap verdieping van vier weken wordt kennis gemaakt met disciplines die nog niet eerder tijdens de reguliere coschappen aan bod zijn geweest.  Het is een zeer breed en divers coschap waarbij studenten worden uitgedaagd niet alleen iets te leren over het betreffende vakgebied waarin ze stagelopen, maar ook overkoepelend naar de gezondheidszorg kijken. Betrokken disciplines zijn onder andere bedrijfsgeneeskunde, donorgeneeskunde, klinische genetica, verzekeringsgeneeskunde, jeugdgezondheidszorg, algemene gezondheidszorg (GGD), verslavingsgeneeskunde, sportgeneeskunde, microbiologie en infectiepreventie, pathologie, radiologie, radiotherapie, anesthesiologie, oogheelkunde, revalidatiegeneeskunde, bestuur en beleid, RIVM en AVG.

Episode 8

Episode 8 is de episode van het seniorcoschap. Dit coschap duurt in totaal twaalf weken en kan gelopen worden bij verschillende (sub-)disciplines van het Radboudumc en de geaffilieerde klinieken. Op de Brightspace-pagina ‘senior- en keuzecoschappen’ kan je een overzicht vinden van alle stageplaatsen, inclusief e-mailadressen van de contactpersonen. Hier is ook meer informatie te vinden over het seniorcoschap in het algemeen. Het aanbod aan stageplaatsen (type specialisme, stage-instelling) dat beschikbaar is, verschilt per periode en/of per cogroep.

Anderhalve week voor de start van CKO7v krijgt de cogroep via de mail de lijst met beschikbare plekken. Meer informatie over de verdeling van de senior coschappen vind je hier. De verdeellijst moet op de eerste dinsdag van CKO7v ingeleverd worden bij de Postbus indeling coassistenten Radboudumc Health Academy: indelingco-assistenten.rha@radboudumc.nl. Vaak wordt dit tijdig gecommuniceerd en verloopt de communicatie zonder problemen.

Episode 9

Episode 9 omvat de onderzoeksstage bestaande uit een onderwijsblok CKO9 en de daadwerkelijke onderzoeksstage. Je kunt zelf kiezen of je deze stage aan het eind van je studie of voorafgaande aan de start van je coschappen volbrengt. In beide gevallen heb je eerst een goedgekeurd stageproject nodig voor je kunt starten met CKO9v. Het stagevoorstel en je daadwerkelijke werkplan zal tijdens het onderwijs in CKO9 verder uitgewerkt worden.

Voorafgaand aan de aanmelding kan het handig zijn om het Episodeboek alvast goed door te lezen, zodat je weet wat je kan verwachten.

Aanmelding
De commissie Onderzoeksstage moet je stageproject goedgekeurd hebben voor je aan het onderwijs van CKO9 en de stage daarna mag beginnen. Het is dus de bedoeling dat je eerst een stage zoekt en je daarna aanmeldt. Je meld je via Webdossier aan voor een stage, waarbij je een kort overzicht van één à twee A4’tjes aanlevert over het project dat je gaat doen (‘het stagevoorstel’), met daarin:

  • Achtergrond van het onderzoek;
  • De onderzoeksvraag;
  • Het design;
  • De rationale;
  • Een gedetailleerd werkplan met tijdpad, haalbaarheid en literatuur.

Kies onder 'Nieuwe aanvraag indienen' voor 'Onderzoeksstage Geneeskunde aanvraag' en klik op start.

Meld je op tijd aan! Het aanmeldingsformulier en projectvoorstel moeten uiterlijk op de eerste dag van de periode voorafgaand aan de periode waarin je CKO9 wilt volgen, te worden ingeleverd. Zie ook het overzicht startdata CKO9 en aanmeld-deadlines. Klik hier voor meer informatie over de aanmelding.

CKO9 Afhankelijk van de goedkeuring van je stagevoorstel word je ingedeeld voor CKO9 (de goedkeuring door de Commissie Onderzoeksstage moet minimaal 1 week voorafgaand aan het voorblok binnen zijn). Tijdens deze twee weken onderwijs zal je je verdiepen in de vraagstelling, de methodologie en de statistiek betreffende jouw eigen onderzoek. Het resultaat is een uitgewerkt stageplan, dat beoordeeld zal worden door de Commissie Onderzoeksstage. CKO9 wordt elke periode in week drie en vier aangeboden.

Stage
Hoewel de stage altijd na CKO9v komt, hoeft deze niet precies op het voorblok aan te sluiten. Een 'voldoende' voor CKO9v is verplicht om met de stage te kunnen starten. Een onderzoeksstage binnen het Radboudumc moet worden begeleid door een gepromoveerde medewerker van de faculteit der medische wetenschappen. In de dagelijkse praktijk zullen ook niet-gepromoveerde medewerkers als begeleider bij onderzoeksstages betrokken kunnen zijn. In die gevallen zal echter een gepromoveerde medewerker formeel de supervisie moeten hebben over het betreffende project en er eindverantwoordelijkheid voor dragen.

Een onderzoeksstage buiten het Radboudumc is uiteraard ook mogelijk, zelfs een stage in het buitenland. Hiervoor gelden alleen wel andere regels. Voor meer informatie gebruik je de link onderaan deze pagina.

Iedere onderzoeksstage wordt afgerond met een schriftelijke rapportage. Deze rapportage kan in principe twee vormen hebben: een onderzoeksverslag of een (concept)artikel.

Beoordeling
Zorg ervoor dat je de rapportage zo snel mogelijk na afronding van de stage uploadt in je Studenten Webdossier. Doe dit uiterlijk vier weken na beëindiging van de stage.

Vervolgens wordt je stage door je begeleider en je eindverantwoordelijk Radboudumc-begeleider (als je begeleider op de werkplek niet eindverantwoordelijk is) op dezelfde manier elektronisch beoordeeld volgens het hiervoor genoemde 1ste beoordelingsprotocol. Je begeleiders worden er automatisch op geattendeerd dat zij de stage moeten beoordelen.

Na uploaden van het stageverslag en de beoordeling van de begeleider, wijst de Commissie Onderzoeksstage een tweede beoordelaar aan. Deze beoordeelt uitsluitend het stageverslag en doet dat via een ander beoordelingsprotocol. Houd er met het oog op een eventueel gewenste afstudeerdatum rekening mee dat het stageverslag minimaal zes weken vóór de gewenste afstudeerdatum via je Studenten Webdossier is geüpload!

Er zijn twee mogelijke vormen waarin je het verslag kan maken, een onderzoeksverslag of een (concept)artikel. Hieronder staan beide vormen geschetst.

Onderzoeksverslag
Het onderzoeksverslag moet aan de volgende eisen voldoen:

  • Volledige titelpagina:
    - Titel
    - Auteur
    - Begeleider(s)
    - Afdeling
    - Stageperiode
    - Datum van het verslag
    - Aantal woorden
  • Gestructureerde samenvatting van maximaal 1 pagina met daarin:
    - Het doel
    - De methode
    - De resultaten
    - De discussie
    - Inhoudsopgave met paginanummering.
  • Overzichtelijke indeling. Bijvoorbeeld:
    - Achtergrond
    - Vraagstelling
    - Methode
    - Resultaten
    - Discussie
  • De tekst moet tien tot vijftien pagina's (maximaal tot circa 5000 woorden) lang zijn.
  • Tabellen en figuren zijn voorzien van een nummer en titel.
  • Voetnoten en literatuurverwijzingen 'lege artis': zie het Episodeboek (21) voor een uitgebreidere beschrijving.

(Concept)artikel
Als je kiest voor een (concept)artikel maakt je bijdrage meestal deel uit van een groter geheel en zijn er vaak meerdere auteurs. Om er zeker van te zijn dat je bijdrage groot genoeg is, wordt als eis gesteld dat je eerste of tweede  auteur van het (concept)artikel bent. Het artikel moet de voor onderzoeksartikelen gebruikelijke indeling volgen. De omvang bedraagt maximaal circa 3.000 woorden of zoveel als het beoogde tijdschrift maximaal voorschrijft. Het aantal woorden moet vermeld worden op de titelpagina.

Als je voor een (concept) artikel kiest, moet je ook in een apart document een beschrijving van het werkproces tijdens je stage geven. Dat wil zeggen: een beschrijving van de onderzoeksactiviteiten die je zelf hebt uitgevoerd. Zowel het procesdocument als het conceptartikel (inclusief voorafgaand een inhoudsopgave) moet je als één document uploaden.

Tip: Onderzoeksstages kun je bijvoorbeeld vinden op het Studentenprikbord via Webdossier. Daarnaast staat het een student uiteraard ook vrij om zelf contact op te nemen met een discipline of afdeling om te vragen of er plek is voor een onderzoeksstudent.

Veel gebruikte bronnen zijn:

  • 'Handleiding medisch-wetenschappelijk onderzoek' (zesde herziene druk of een latere druk). Auteurs: Zielhuis, Heydendael, Maltha en Van Riel. Uitgegeven door Elsevier Gezondheidszorg (eventueel te koop via de MFVN-boekenaanschaf).
  • 'Publiceren in biomedische tijdschriften. Een praktische handleiding' (1999). Auteurs: Overbeke, Van Gijn, Hart en Walvoort. Uitgegeven door Bohn, Stafleu en Van Loghum.
  • ‘Het schrijven van een medisch-wetenschappelijk artikel’ (NTvG). Auteurs: H.C. Walvoort, C.J.E. Kaandorp, H. Veeken, F.W.A. Verheugt, J. Van Gijn. Tip: je krijgt korting op dit boek als abonnee van het NTvG.

Wanneer je de stage voorafgaand aan de coschappen wil lopen, moet je wel voldoen aan eenaantal eisen:

  • Je hebt voldaan aan de ingangseisen van de master;
  • Je bent ingedeeld voor CAIM of aangemeld voor de verdeling;
  • En je hebt zoveel wachttijd dat de onderzoeksstage én de voorbereiding daarop (CKO9) erin passen.

Voorvragen over de mogelijkheden van een onderzoeksstage buiten de faculteit of in het buitenland, en tevens over vrijstelling, prijzen, beurzen en financiële steun verwijzen wij naar de website van het Radboudumc.

Tropencoschap

Het 'tropencoschap' duurt drie maanden en vervangt het keuze coschap. Dit coschap wordt ook wel ‘Rotation Healthcare in Low Income Countries’ (RHCLIC) genoemd. Gedurende het coschap kom je in aanmerking met de gezondheidszorg in derdewereldlanden. Als bijna afgestudeerd arts biedt het de kans om zelfstandig te werken in een andere setting dan je gewend bent. Je komt terecht in een andere sociale context, waar andere problemen en gewoonten zijn met betrekking tot gezondheid en ziekte. Je maakt dit mee binnen een gezondheidssysteem met beperkte technische mogelijkheden. Zonder twijfel zal deze confrontatie je een diepere reflectie bieden op je functioneren als beginnend arts en de plaats van gezondheidszorg binnen gezondheid en ziekte. Dit coschap is voor generaties Nijmeegse coassistenten een unieke ervaring geweest. Op de website van het Radboudumc staat meer informatie omtrent het coschap RHCLIC. Klik hier voor deze informatie.

Het NIIH (Nijmegen Institute for International Health) is verantwoordelijk voor het coschap RHCLIC. Vanuit het NIIH worden de stageplaatsen, voorbereiding en begeleiding georganiseerd. Voorafgaand aan het vertrek is er een intensieve voorbereidingsperiode, de Tropico-avonden. Deze bestaat uit medisch inhoudelijk onderwijs, maar ook uit het regelen van visa, taalcursus, aanvragen van een beurs etc. Dit vraagt natuurlijk veel eigen inzet en initiatief van de studenten.

Over het algemeen streeft het NIIH naar stageplaatsen voor een derde van alle master Geneeskunde studenten. Soms zijn er meer aanmeldingen dan stageplaatsen en zal de verdeling middels een loting plaatsvinden. Vier keer per jaar vindt er een loting/indeling plaats voor de stageplaatsen van het coschap RHCLIC.

Let op! Je moet minimaal bij vijf Tropico-avonden aanwezig zijn voordat je mag deelnemen aan de loting. De avond van de loting zelf telt hierin niet mee.

Tip! Studenten die deelnemen aan de Minor Principles and Practice of Infectious Diseases (MINK16) en deze met goed gevolg hebben doorlopen, krijgen voorrang bij de plaatsing voor een coschap RHCLIC! Deze voorkeursplek zal echter na die van de Tropico-bestuursleden zijn.


Voor meer informatie over het tropencoschap, kun je hier terecht op de site van stichting Tropico. Zij regelen de loting voor het ontwikkelings-coschap.